England, Feestdagen, geschiedenis, Uncategorized

Beroemde stenen bij de kroning van King Charles III

Op 6 mei wordt koning Charles officieel gekroond tijdens een ceremonie zoals alleen de Britten dat kunnen. Deze dag zal bol staan van traditie. Ook voor de liefhebber van (edel)stenen is er een hoop te zien. Een aantal wereldberoemde stenen zullen een belangrijke rol spelen op deze dag.

The Stone of Scone

De Stone of Scone is een rechthoekig blok zandsteen dat al eeuwenlang gebruikt wordt bij kroningen van koningen en koninginnen van Schotland en later Groot-Brittannië. Deze steen heeft een illustere geschiedenis.

Stone of Scone in de Coronation Chair, bron BBC

De oorsprong van de steen is in nevelen gehuld. Er zijn verhalen die vertellen dat het een Bijbelse oorsprong heeft en de steen was waarop Jacob in het boek Genesis sliep tijdens zijn vlucht voor zijn broer Esau, toen hij een visioen kreeg van een ladder die van de aarde naar de hemel reikte. Deze ‘Stone of Jacob’ zou door de profeet Jeremiah naar Schotland zijn gebracht. Of volgens een andere versie van het verhaal zou de steen door de farao-dochter Scota, via haar afstammelingen, die koningen van Spanje werden, naar Iona, Schotland zijn gekomen. Een andere legende leert ons dat de steen uit Ierland zou komen. Het zou de ‘Stone of Destiny’ zijn waarop op de heuvel van Tara de koningen van Ierland werden gekroond. Helaas zijn beide herkomst verhalen (in ieder geval deels) naar het rijk der fabelen verwezen door de wetenschap. Geologisch onderzoek heeft uitgewezen dat het gaat om een zogenaamde ‘Old red sandstone’, devonische zandsteen die uit een groeve dicht bij Scone komt.

De oorsprong mag dan onduidelijk zijn, vanaf de middeleeuwen weten we wel waar de steen zich bevond. Scone was in die tijd hoofdstad van Schotland en de plek waar alle koningen van Schotland werden gekroond. We vinden de naam van de plaats terug in geschriften over de vroege geschiedenis van het koninkrijk Schotland in de 9e eeuw. Kenneth MacAlpin was de eerste koning van Schotland (Alba). Hij zou de steen hebben meegebracht van Iona. In de 12e eeuw liet koning Alexander I een klooster bouwen in Scone die al snel tot abdij werd verheven en als taak kreeg de Stone of Scone te huisvesten. De kroningen van de koningen van Schotland vonden ook plaats in deze Scone Abbey. Naast deze kerkelijke kroning is er hoogstwaarschijnlijk ook een ceremonie geweest op ‘Moot Hill’, een heuvel bij de abdij, waar een op oudere gebruiken gestoelde inhuldiging in de open lucht plaatsvond.

In 1296 stal de Engelse koning Edward I de steen tijdens de Eerste Schotse Onafhankelijkheidsoorlog en nam hem mee naar Westminster. Hier kreeg de steen een plek in een ‘Coronation Chair’, een houten stoel met onder het zitvlak een vak waar de steen ingeschoven werd. Op deze stoel namen sindsdien (bijna) alle koningen die gekroond werden tot koning(in) van Engeland en later Groot-Brittannië plaats. Ook King Charles zal op 6 mei plaatsnemen op deze stoel en op de Stone of Scone. De steen bevindt zich trouwens niet meer in Westminster. In 1996 heeft de Britse regering besloten de steen terug te geven aan de Schotten. Hij ligt nu niet meer in Scone, maar in Edinburgh Castle bij de rest van de Schotse regalia. Speciaal voor de kroning van de nieuwe koning zal de steen tijdelijk weer naar Londen komen. Vanaf 2024 zal de steen verhuizen naar Perth om daar aan het publiek tentoongesteld te worden in een nieuw te maken museum in Perth City Hall.

Stone of Scone klaar voor de verhuizing naar Westminster, bron REUTERS/Russell Cheyne/Pool

De steen is voor 1996 nog één keer eerder terug geweest in Schotland, zij het clandistien. Op eerste Kerstdag 1950 namen 4 Schotse studenten de steen mee uit Westminster Abbey. De steen brak bij deze actie helaas in tweeën. Ze hielden de steen een tijd verborgen voor de Britten. Op 11 april 1951 plaatsten de studenten de inmiddels weer gerestaureerde steen op het altaar van Arbroath Abbey. Een toepasselijke plek, aangezien de ‘Declaration of Arbroath’ gezien wordt als de eerste onafhankelijkheidsverklaring van Schotland. Deze diefstal was aanleiding voor nieuwe twijfel rondom de echtheid van de teruggegeven steen. Zo werd gezegd dat de steen die in Arbroath was neergelegd een replica zou zijn. Deze geruchten omtrent de authenticiteit van de steen bestonden echter ook al voor de diefstal in 1950.  

De edelstenen in de kroonjuwelen

Wie ooit een bezoek heeft gebracht aan de Tower of London heeft zich daar kunnen vergapen aan de immens kostbare kroonjuwelen. De beroemdste en meest tot de verbeelding sprekende edelstenen zijn ongetwijfeld de diamanten. Ongekend groot, prachtig geslepen en onvoorstelbaar kostbaar. Maar daar gaan we het zo over hebben.

Eerst de kroonjuwelen in het algemeen. De Britse ‘Crown Jewels’ bestaan officieel uit 142 items. Niet al deze objecten zullen bij de aankomende kroning ook daadwerkelijk een rol spelen. Je zou het misschien niet zeggen, maar eigenlijk zijn de huidige kroonjuwelen niet eens zo heel erg oud. Het oudste object is de ‘Coronation Spoon’. Dit is een 12e eeuwse zilveren verguld lepeltje met ingegraveerde bloemmotieven. Gedacht wordt dat het is gemaakt voor Henry II of Richard I. Waar het oorspronkelijk voor was is niet bekend. Sinds de kroning van James I in 1603 wordt het gebruikt voor de olie waarmee de koning gezalfd wordt (anointing) tijdens de kroning.

Coronation spoon, bron Royal Collection Trust

In het midden van de 17e eeuw rommelde het in het Britse koninkrijk. De eerste koning die de naam Charles droeg zat op de troon sinds 1625. Hij hoorde bij het huis Stuart en was de zoon van James VI van Schotland die later ook James I van Engeland werd. Charles I had al direct vanaf zijn aantreden onenigheid met het parlement. Hij had zo zijn ideeën over het koningschap. Geheel volgens de tijdsgeest meende hij door God zelf uitverkoren te zijn om de kroon te dragen. Hij ontpopte zich tot een absoluut koning die zich weinig aantrok van het parlement. Tel daarbij de spanningen rondom de verschillende religieuze stromingen en een reeks conflicten rondom de verdeling van de macht die als burgeroorlog de geschiedenisboeken in zou gaan.

Het resultaat was dat Charles I op 30 januari 1649 onthoofd werd. De monarchie werd afgeschaft en Engeland en Wales (later ook Ierland en Schotland) werden een republiek, de Commonwealth of England, geregeerd door Oliver Cromwell. Wat heeft dit met ons lepeltje en de rest van de kroonjuwelen te maken? Charles I was niet zo heel zuinig geweest op de destijds aanwezige kroonjuwelen. Hij was continue op zoek naar geld en verkocht verschillende objecten via de juwelenhoofdstad van die tijd, Amsterdam. Toen het parlement daar achter kwam lieten ze op papier zetten dat de kroonjuwelen de monarchie toebehoren en geen persoonlijk eigendom van de koning zijn. Charles trok zich hier natuurlijk niet zo veel van aan en bleef dingen naar Amsterdam smokkelen.

Na Charles’ executie besloot Cromwell dat de kroonjuwelen symbool stonden voor alles wat slecht was aan de monarchie. De stukken werden verkocht, uit elkaar gehaald en omgesmolten. Hierbij waren onder meer de kroon van Henry VIII en de belangrijkste van alle kroonjuwelen, de kroon van Edward the Confessor. De voorlaatste Angelsaksische koning wiens dood in 1066 leidde tot de Battle of Hastings. Toen Edward in 1161 heilig verklaard werd, werden ook alle objecten die hij ooit bezeten had heilig. De monniken die zijn graf beheerden besloten dat zijn regalia vanaf dat moment deel uit moesten gaan maken van toekomstige kroningsceremoniën.

St Edward’s Crown, bron Wikipedia

Het lepeltje waar straks tijdens de kroning de olie voor de zalving wordt opgedruppeld ontsprong de vernietigende dans. Het werd opgekocht en bewaard tot in 1660 het koninkrijk in ere hersteld werd en Charles II plaats nam op de troon. De koper van het lepeltje gaf deze terug aan de rechtmatige eigenaar… de monarchie. De nieuwe koning had een troon, maar geen kroon. In alle ijl moesten er nieuwe kroonjuwelen worden gemaakt. Deze werden gemaakt naar voorbeeld van de oude.

Charles II, bron Getty Images

Hier begint de geschiedenis van de huidige kroonjuwelen. Voor de kroning van Charles II werd een replica gemaakt van de oude St Edward’s Crown. Het is geen exacte replica, er zijn wat 16e eeuwse barokke elementen aan toegevoegd. Dit is ook de kroon waarmee Charles III straks gekroond zal gaan worden. De kroon weegt een ruime 2,2 kilo en bevat 444 edelstenen. Daarmee zijn we weer terug bij ons onderwerp, de beroemde en beruchte stenen die een rol zullen spelen bij de kroning. Hier volgen een aantal illustere exemplaren.  

Imperial State Crown en scepter bij de begrafenis van Queen Elizabeth II

The Black Prince’s Ruby

Om maar met het slechte nieuws te beginnen… De ruby, of in het Nederlands robijn, van ‘The Black Prince’ is geen robijn. Het is een spinel. De foute naam is niet heel verwonderlijk. Alleen op het uiterlijk afgaand is het goed te verklaren dat een spinel verward is met een robijn. Vroeger gebeurde het vaker dat verschillende mineralen van dezelfde kleur onder één noemer vielen. Pas in 1783 heeft men chemisch aangetoond dat spinel en robijn twee verschillende mineralen waren, maar toen had deze steen al zijn naam.

De Black Prince’s Ruby. Bron Royal Collection Trust

De rode spinel bevindt zich in de ‘Imperial State Crown’. Dit is de kroon die we het best kennen en het vaakst gezien hebben. Bij de begrafenis van Queen Elizabeth lag deze kroon op haar kist. De nieuwe koning zal deze kroon dragen wanneer hij na de kroning Westminster Abbey verlaat. De huidige Imperial State Crown is gemaakt in 1937. Sinds de kroning van Charles II zijn er diverse malen nieuwe exemplaren gemaakt. Daarvoor werd de oude kroon vaak ‘gerecycled’, de stenen werden overgezet in de nieuwe kroon. Gelukkig maar, want deze huidige kroon bevat 2901 edelstenen!

Aan de voorkant van de kroon zit een opvallende rode steen. Dat is de zogenaamde ‘Black Prince’s Ruby’. Hij is niet perfect rond geslepen of gefaceteerd. Op het eerste gezicht oogt het misschien zelfs een beetje slordig. Maar deze steen heeft een geschiedenis die verder terug gaat dan die van de kroon waar hij in is gezet.

De ‘Black Prince’ was de bijnaam van Edward of Woodstock (1330 – 1376). Hij was de oudste zoon en troonopvolger van koning Edward III. Hij heeft zijn vader nooit op kunnen volgen omdat hij te vroeg stierf. Ondanks dat is zijn naam de geschiedenisboeken ingegaan. Hij werd door de Engelsen gezien als de personificatie van de perfecte ridder. Hij verwierf naam en faam onder andere tijdens de slagen bij Crecy en Poitiers. Zijn graf kan nog steeds bezocht worden in de kathedraal van Canterbury, waar ook een deel van zijn bezittingen te zien zijn.

Graf van The Black Prince in Canterbury Cathedral

Eén van de dingen die Edward bezat was dus de spinel. Hij had deze gekregen van de heerser van het koninkrijk Castilië (Spanje) in ruil voor een dienst die hij hem had bewezen, het neerslaan van een opstand. Deze heerser, Peter of Don Pedro, had de steen op zijn beurt op niet heel nette wijze afhandig gemaakt van Abū Sa’īd, ptins van Granada.

De spinel is hoogstwaarschijnlijk afkomstig uit het mijngebied van Badakhshan, in het grensgebied van Afghanistan en Tadzjikistan. Beroemde reizigers als Marco Polo en Ibn Battuta schreven al over deze mijnen en de prachtige edelstenen die er gevonden werden.

Na de dood van Edward verdween de steen even uit beeld, tot hij genoemd wordt in geschriften over de Slag bij Agincourt in 1415. Bij deze slag droeg de Engelse koning Henry V een met edelstenen bezette helm, waar de spinel van de Black Prince er eentje was. Koning Richard III zou de steen ook op zijn helm hebben gedragen tijdens de Slag bij Boswell. Volgens oude lijsten zou Henry VIII in bezit zijn geweest van een grote ‘balas ruby’, een naam voor robijnen (of spinel) uit Badakhshan. Dit moet wel haast dezelfde steen geweest zijn. Ook Elizabeth I heeft de steen in haar bezit gehad. Sir James Melville beschrijft dat zij hem de steen liet zien. Haar opvolger, James I, zou de steen in zijn kroon hebben laten zetten.

Tot de executie van Charles I bleef de steen in handen van de Engelse koningen. Toen Cromwell zich ontdeed van de kroonjuwelen werd de steen getaxeerd. Voor £4,- werd hij verkocht. Na het herstel van de monarchie werd hij teruggegeven aan de koning.

Voor de kroning van Koningin Victoria werd een nieuwe Imperial State Crown gemaakt waar de ‘Black Prince’s Ruby’ een prominente plek op kreeg. In 1937 werd hij in de huidige kroon gezet, die Koning Charles III dus ook zal dragen.

In de spinel zit helaas een gat. Er zijn twee theorieën… het gat zou zijn zodat de steen gedragen kon worden als hanger. Of het zou zijn zodat er toen hij nog op een helm bevestigd was, men er een veer in kon steken.  

The Cullinan diamond

Om maar even bij de Imperial State Crown te blijven… onder de spinel zien we een grote diamant. Dit is de ‘Cullinan II’ diamant. Met 317,4 karaat en een afmeting van ruim 4,5 x 4 centimeter de blikvanger op de kroon. De 2 achter de naam suggereert dat er meer van deze diamanten zijn, en dat is ook zo.

De 9 grootste diamanten. Bron Wikipedia

Alle Cullinan diamanten zijn afkomstig van één grote ruwe diamant. Deze diamant is de grootste ‘edelsteen kwaliteit’ diamant ooit gevonden en woog ruw 621,2 gram. Hij werd in 1905 gevonden in de Premier 2 mijn in Cullinan, Zuid-Afrika. Zowel de plaats ls de diamant zijn genoemd naar de eigenaar van de mijn, Thomas Cullinan. De diamant werd direct na de vondst in Londen te koop aangeboden, maar niet verkocht. In 1907 werd de steen gekocht voor honderdvijftig duizend pond door het bestuur van de destijds Britse kolonie Transvaal en aangeboden aan de Koning Edward VII.

De ruwe steen werd in opdracht van de koning in Amsterdam geslepen. Niet als één grote diamant, maar meerdere grote en kleinere. Dit was een spannend proces. De steen is niet in stukken gezaagd, maar gesplitst langs natuurlijke breukvlakken. Hoe zo iets uitpakt kan slechts tot op zekere hoogte gepland en gestuurd worden. Uiteindelijk brak de steen in 9 grote slijpbare stukken en 96 kleinere. De grotere diamanten kregen de naam Cullinan I t/m IX. Cullinan I en II werden geslepen retour gedaan aan de Britse koning, de andere diamanten waren de beloning voor het slijpwerk. Deze werden verkocht en kwamen met wat omwegen grotendeels weer terug bij de koninklijke familie.

Cullinan I, public domain

De grootste, Cullinan I, kreeg de naam ‘Star of Africa’ en prijkt tegenwoordig in de scepter van de koning. De Cullinan II bevindt zich in de Imperial State Crown, direct onder de Black Prince’s Ruby. Beide stenen zijn ook samen gedragen als broche door Queen Mary, vrouw van George V.  

The Stuart sapphire

Nog een steen met een illuster verleden. Ondanks dat er mensen zijn die beweren dat deze prachtige saffier al op de kroon van de Schotse koning Alexander II zat, beginnen wij liever daar waar bronnen ook daadwerkelijk bewijzen dat de steen er was. Namelijk bij Charles II. Waar de saffier exact vandaan komt is niet bekend, maar hoogstwaarschijnlijk ergens uit Azië.

Charles II werd opgevolgd door zijn broer, James VII van Schotland en II van Engeland. Maar ook voor hem waren het roerige tijden. Hij werd afgezet tijdens de ‘Glorious Revolution’ en moest vluchten naar Frankrijk. Hij nam op zijn vlucht een aantal kroonjuwelen mee, waaronder deze saffier. Zijn zoon James Stuart, ook wel bekend als ‘The Old Pretender’, erfde de saffier.

Hij was de vader van Charles Edward Stuart, die we beter kennen als ‘Bonnie Prince Charlie’. Juist, die van de laatste Jacobite rising en de nederlaag van de Schotten bij Culloden. Na de dood van zijn vader eigende hij zich de titel koning Charles III toe, maar geen enkel land erkende deze titel. De broer van Bonnie Prince Charlie was Henry Benedict Stuart, een kardinaal. Hij kreeg de Stuart saffier van zijn vader om te dragen in zijn mijter. Aangezien hij de langstlevende van de twee Stuart broers was en er geen nakomelingen waren die de steen konden erven bood Henry de saffier en nog een aantal andere Stuart erfstukken te koop aan. Koning George III kocht de steen in 1807 en bracht hem terug naar Groot-Brittannië.

Stuart sapphire, bron Royal Collection Trust

Koningin Victoria besloot dat de saffier een plek moest krijgen in haar Imperial State Crown, onder de Black Prince’s Ruby. Toen de Cullinan diamanten geslepen waren verhuisde de saffier naar de achterkant van de kroon om plaats te maken voor de Cullinan II. In de saffier zit een gat geboord, omdat hij ooit als hanger gedragen is.  

St Edward’s sapphire

Er is nog een bekende saffier te zien in de Imperial State Crown. Bovenop de kroon zien we een met diamanten bezet kruis. Midden in dit kruis bevindt zich een blauwe steen. Dit is de St Edward’s sapphire. Deze saffier zou ooit eigendom zijn geweest van Edward the Confessor. Dezelfde Edward als eerder genoemd toen we het hadden over de St Edward’s Crown.

De saffier zou in een ring hebben gezeten die Edward droeg bij zijn begrafenis. In 1163 is hij herbegraven in Westminster Abbey. Toen zou de ring van zijn vinger zijn gehaald. Wat er daarna mee gebeurd is, is onduidelijk. Wel weten we dat hij weer opduikt wanneer Charles II de troon bestijgt. Hiermee is dit de steen in de kroon met de langste geschiedenis.  

St Edward’s sapphire, bron Royal Collection Trust

De grote afwezige: De Koh-I-Noor

Dit is misschien wel de beroemdste diamant ter wereld. Deze diamant, de ‘Berg van licht’ zal echter niet te zien zijn bij de kroning. De Koh-i-Noor is afkomstig uit India en is de grootste geslepen diamant ter wereld. De steen is legendarisch. Wie deze diamant bezit, zou de wereld bezitten. Maar… de steen brengt ongeluk wanneer deze gedragen wordt door een man. Alleen God of een vrouw kan de steen zonder risico dragen.

Over de vroege geschiedenis weten we weinig echt zeker. Wel weten we dat de diamant een vrij oorlogszuchtige geschiedenis heeft waarbij hij veel van eigenaar is gewisseld bij conflicten tussen verschillende Indiase heersers. Er zijn verschillende verhalen over wie de steen allemaal in bezit hebben gehad, maar deze zijn niet te verifiëren. De eerste geschreven bron waarin de Koh-i-Noor wordt genoemd is uit 1740. Hier wordt de diamant genoemd als deel van de illustere ‘pauwentroon’ van de heersers van het Mogolrijk.

De Perzische heerser Nader Shah viel in 1738 dit rijk binnen. Toen hij de diamant in de troon zag riep hij volgens de overlevering ’Koh-i-Noor’, berg van licht. Zo zou de steen aan zijn naam zijn gekomen. Maar om de bloederige lijn van het verhaal door te zetten, ook hij werd vermoord. De diamant ging naar zijn kleinzoon die deze op zijn beurt weer cadeau deed aan de stichter van het Durrani Rijk, het huidige Afghanistan. De steen werd in een armband gezet die gedragen werd door de kleinzoon van de stichter van het rijk toen de latere consul van Mumbai, de Schot Elphinstone op bezoek kwam. Deze kleinzoon, Shah Shuja, riep niet veel later de hulp in van de Britten om een invasie in Afghanistan te voorkomen. De shah werd echter al snel afgezet. Hij vluchtte met de diamant naar Punjab.

Daar kwam de steen in handen van de stichter van het Sikh Rijk. Deze man, Ranjit Singh, liet de diamant taxeren en betaalde de voormalige shah een bedrag al vergoeding. Hij droeg de diamant regelmatig in zijn tulband of om zijn arm om hem aan zijn onderdanen te tonen. Hij liet de diamant ook trots aan iedereen zien. Tot hij zich besefte hoe waardevol de steen was en de angst dat hij gestolen zou worden de overhand kreeg. De steen werd naar een zwaar bewaakte plek gebracht. Na zijn dood ontstond er discussie over wie of wat de steen nu moest krijgen.

Om een lang verhaal met veel namen kort te maken, na de nodige moordpartijen en machtsovernames binnen de Singh dynastie kwam de steen in 1843 terecht bij de vijfjarige (!) maharadja Duleep Singh. In 1849 werd de Koh-i-Noor overgedragen aan koningin Victoria nadat een oorlog tussen de Britten en de Sikh de regio Punjab in handen was gekomen van de Britse Oost-Indische Compagnie. Het schip dat de steen naar Engeland bracht had de nodige tegenslagen onderweg. Van een cholera uitbraak tot zware storm.

Koh-i-Noor, bron Getty Images

Op de 250e verjaardag van de Compagnie in 1850 werd de Koh-i-Noor officieel aangeboden aan de koningin in Londen. Haar gemaal, prins Albert, was één van de organisatoren van de wereldtentoonstelling in 1851. Hier werd de diamant voor het eerst tentoongesteld aan het publiek. Men was echter niet onder de indruk. De steen was niet mooi geslepen en miste glans. Daarom besloot prins Albert de steen te laten herslijpen. Dit zou wel ten koste gaan van het formaat. Deze taak werd uitgevoerd door de Nederlander Levie Benjamin Voorzanger. In totaal werd een kleine 17 gram weggeslepen. Na het herslijpen woog de diamant ‘nog maar’ 21,12 gram.

Queen Victoria met de Koh-i-Noor, bron Wikipedia

De nieuw geslepen Koh-i-Noor was prachtig en Victoria droeg deze vaak. Tot ze haar twijfels begon te krijgen bij de manier waarop de steen in haar bezit was gekomen. Ze was van mening dat het onrechtvaardig was om jezelf alles toe te eigenen uit koloniale gebieden. Ze haatte het om de diamant nog langer te moeten dragen. En daar vinden we ook de reden voor de afwezigheid van de Koh-i-Noor bij de aanstaande kroning.

Queen Elizabeth the Queen Mother’s Crown, bron Alamy

Na Victoria’s dood is de diamant gezet in meerdere kronen gedragen bij kroningen door echtgenotes van de koning. Koningin Alexandra en koningin Mary lieten een kroon maken voor de kroning van hun echtgenoot. Ook de moeder van koningin Elizabeth, the Queen Mum, heeft dit laten doen. In haar kroon bevindt zich tot op de dag van vandaag de Koh-i-Noor. Queen Consort Camilla gaat breken met de traditie om een nieuwe kroon te laten maken met daarin de Koh-i-Noor. De diamant is inderdaad, zoals koningin Victoria al goed aanvoelde, erg omstreden. Verschillende landen hebben in de loop der tijd aanspraak gemaakt op de steen. Zowel Pakistan als Afghanistan, India en Iran hebben hem geclaimd. Tot op de dag van vandaag heeft de Britse regering deze claims naast zich neergelegd. Camilla heeft besloten de Koh-i-Noor vanwege deze kwestie niet te dragen. Zij wordt gekroond met de kroon van Queen Mary zonder deze beladen diamant.    

2 gedachten over “Beroemde stenen bij de kroning van King Charles III”

Plaats een reactie