fossielen, Geologie, mythologie

Zee-egels en folklore

Wat is een zee-egel?
Zee-egels horen tot de echinodermaten, de stekelhuidigen. Tot deze groep behoren ook de zeesterren, slangsterren en de zeelelies. Zee-egels bestaan al zeer lang. De eerste leefden tijdens het Ordovicium, zo’n 460 miljoen jaar geleden, en ze bestaan nu nog. Ze hebben een hard uitwendig skelet bedekt met een dun laagje ‘huid’ en zijn bezet met stekels die variëren van piepkleine haartjes tot zeer grote stekels. Deze stekels kunnen allemaal afzonderlijk bewegen en veel egels hebben verschillende soorten stekels. Binnen de zee-egels is een tweedeling in regulaire zee-egels en irregulaire zee-egels. Alle zee-egels hebben een vijfvoudige symmetrie, als je kijkt zie je op alle zee-egels een stervorm met vijf stralen, pentarisme wordt dat genoemd. Ze ‘grazen’ langzaam over de zeebodem en voeden zich met algen, wier, kelp, detritus en soms kleine schelpdieren. In sommige delen van de zee zijn het echte plagen die complete stukken zeebodem kaaleten en als ‘burren’ achterlaten. Natuurlijke vijanden zijn onder meer de otter, zeesterren, sommige vissen en de mens. De naamgeving is begrijpelijk, de vergelijking met een egel is snel gemaakt. In het Engels heten ze sea urchins en urchin is een oud woord voor egel. De Latijnse naamgeving van de groep Echinodermata komt van echinus, dat is Grieks en Latijn voor egel en derma staat voor huid, dus vandaag stekelhuidigen. De Fransen noemen ze wel etoile de mer, de ster van de zee.

29136909_463929844038002_6840270064998940672_n

Recente zee-egels zijn veel te vinden aan het strand, waar je ook bent. In Nederland en België zijn er eigenlijk drie soorten die je kunt vinden, waarvan twee regelmatig. Er leven wel wat meer soorten in de Noordzee, maar niet dicht genoeg bij de kust. Wie vaak aan het strand komt kent de kleine witte knoopjes, de zeeboontjes, dit zijn de Echinocyamus pusillus. Met de goede wind en in de goede tijd van het jaar liggen ze met duizenden tegelijk aangespoeld op het strand. Nooit met stekels, die zijn er altijd af als ze aanspoelen. Ook kun je hier aan het strand vaak zeeklitten vinden, die zijn bruin en hartvormig met een soort haren als stekels. Dit is de Echinocardium cordatum, een egel die zich het liefst ingraaft in de zeebodem. Soms vind je ze na een storm met stekels, soms ook alleen het grijswitte skelet, erg breekbaar trouwens! Daarnaast kun je met veel geluk de groene zee-appel vinden, de Psammechinus miliaris. Maar die zijn vrij zeldzaam. Er zijn recentelijk waarnemingen door duikers geweest van de grote eetbare zee-egel, Echinus ecsulentus, in Zeeland, maar als strandvondst zijn ze nog niet waargenomen. In Groot-Brittannie zijn er nog een aantal die je kunt vinden. Vooral de Echinus esculentus is veel voorkomend en kun je soms bij toeristenwinkeltes in kustplaatsen ook kopen (Zie header foto… soms worden ze ook omgetoverd tot schemerlampje of ander kunstig knutselwerkje). Daarnaast zijn er nog een aantal zeldzamere zee-egels die vaak in wat dieper water leven waaronder de Spatangus. Ook kun je met veel geluk Paracentrotus, Sphaerechinus, Strongylocentrotus en Brissopsis vinden, deze leven niet per se in diep water, maar zijn een stukje zeldzamer en worden niet vaak op het strand gevonden.

Fossiele Zee-egels
Als fossiel zijn zee-egels eigenlijk op bijna alle plekken ter wereld te vinden, ook in Nederland. De meeste zee-egels hier worden gevonden als zwerfsteen, meegevoerd door het landijs uit Scandinavië. Maar ook aan de kust kun je fossiele zee-egels vinden, meestal in vuursteen, uitverweerd uit de Krijtlagen in het Kanaal of vanuit het Noorden als zwerfsteen van de zeebodem. In situ (dat wil zeggen in de lagen waarin ze afgezet zijn) kun je ze vinden in Limburg in de mergelgroeves en in de Losserse zandsteen. In de bekende Brabantse vindplaats Mill/Langenboom zijn ook zee-egels gevonden, enkele redelijk complete maar vooral veel stekels en skeletfragmenten. Dit geldt ook voor Miste in de Achterhoek. Als je wel eens op vakantie bent geweest bij een krijtkust, bijvoorbeeld in Zuid Engeland, Normandië, Denemarken of Noord Duitsland is de kans groot dat je ze op het strand hebt zien liggen. De zee-egels in deze lagen zijn van vuursteen en verweren makkelijk uit de zachte kalksteen en komen op het strand te liggen. In Engeland is het niet heel moeilijk om ze te vinden. Langs bijna de hele Zuidkust van Kent tot aan Dorset kun je ze tussen het grind op het strand vinden, bewaard in vuursteen. Ook in de Cotswolds en in Yorkshire komen ze voor in de Jura lagen. Bekend als zee-egel vindplaats is ook Wilmington, waar ze in grote aantallen in het cenomanien-gesteente zitten. Hier op de foto zie je een paar fossiele zee-egels uit Zuid-Engeland (Kent, Hampshire en Dorset)

IMG_1070

Fossiele zee-egels in folklore
Zee-egels leven alleen in zout water, dus mensen die ver bij de kust vandaan woonden konden zich niet voorstellen wat die vreemde stenen met een ster er op en allerlei puntjes toch waren. De stervorm sprak tot de verbeelding en werd gezien als iets bijzonders. Er bestonden veel bijnamen voor deze zee-egel fossielen. Feeënbrood, herdersstenen, slangeneieren, donderstenen en jodenstenen zijn er maar een paar. Ze werden gedragen als amulet en in huis, bij de haard, gelegd om te beschermen tegen onheil en noodweer.

Thor was de god die onder meer het weer kon controleren en het vinden van een fossiele zee-egel was volgens de Noordse mythologie een teken dat Thor daar zijn bliksem neer had laten komen. Daarom werden zee-egels ook donderstenen genoemd (die naam werd voor meer dingen gebruikt… oa. vuursteen bijlen, belemnieten, fulgurieten, etc). Deze zee-egel werd meegedragen als amulet of in huis gelegd en zou bescherming bieden tegen blikseminslag, trollen, hekserij en ander kwaad. Ook had de hamer van Thor de kracht om doden weer tot leven te brengen. Daarom kregen overledenen soms een fossiele zee-egel mee in hun graf. Er zijn zee-egels gevonden die waren omwikkeld met metaal, dit was om de magie in de steen te houden (zie afbeelding hieronder, bron Wikipedia). Ook is er een broche gevonden waarop een gestyleerde zee-egel zou staan, geflankeerd door twee van de geiten van Thor. Dit is echter nog wel enigszins discutabel, omdat je toch behoorlijk wat fantasie nodig hebt om in deze broche een zee egel te herkennen.

29134001_463929847371335_2598869304761909248_n

Christian Blinkenberg deed begin twintigste eeuw onderzoek naar de relatie tussen dondergoden/onweersgoden/weergoden en de bijbehorende symboliek. Hij stelt dat nagenoeg iedere cultuur een onweersgod kent en dat ze, vooral in West Europa, veel van elkaars karakteristieken over hebben genomen. Van Thor zijn pas vanaf latere tijden echt dingen opgetekend, maar hij gaat er van uit dat ook de vroegere Noord Europese mensen geloof hadden in een dondergod. Het bijgeloof rondom fossiele zee-egels concentreert zich vooral in Noord Duitsland, Denemarken en Zweden. Dat is ook logisch, want in de andere noordelijke landen komen ze nagenoeg niet voor, in ieder geval niet in grote aantallen. Het geloof in donderstenen is deels Angelsaksisch en deels Noordelijker, wat je later Viking gebied zou noemen. Het is waarschijnlijk door de Angelsaksen meegebracht naar Engeland, waar het een bijzonder ‘populair’ bijgeloof is geworden. De oude Zweedse naam voor dondersteen is Thorvigg of Thorkil, en hamer is etymologisch verwant aan de oude benaming van steen in deze gebieden. Dat de hamer van metaal is, is pas later ontstaan, waarschijnlijk bronstijd/ijzertijd. Daarnaast stelt de Edda dat Thor’s Mjölnir diep in de grond gevonden is. Net als steen, maar ook metaalerts. Thor vertoont als dondergod gelijkenis met andere dondergoden in o.a. de Romeinse en Assyrische mythologie. In beide mythologieën zien mensen bepaalde stenen in de grond als tekens dat op die plek de bliksem van de god is neergekomen. Gedacht wordt dat de hele vroege Europese volken deze stenen zelf aanbaden als zijnde goden, wat later is veranderd toen de god meer een mensvorm kreeg en dit zijn attributen waren. Er zijn graven gevonden waarin een metalen hamer en fossiele zee-egels bij elkaar zijn gevonden. In heel Europa en aangrenzend Azië hebben culturen geloof in een dondergod met attributen ontwikkeld, meestal hamer of bliksemflits. Vaak worden in dit geloof in donderstenen verschillende vuursteen dingen door elkaar gebruikt. Vuursteen werktuigen, stukken vuursteen, belemnieten en vuursteen zee-egels. Vooral in Denemarken en Zuid Zweden werden zee-egels gezien als donderstenen. Verschillende doorgegeven verhalen en verhalen van mensen die ze in huis als bescherming gebruikten zijn opgetekend door de heten Petersen, Kristensen en Kamp in een verslag rondom volksgebruiken (o.a. Folkeminder). Ook Cochrane en Salo beschrijven de gebruiken rondom Thorvigg, donderstenen in hun boeken. (Fossil gods and forgotten worlds en Old Norse and Finnish religions)

29136286_463929924037994_8897529519695462400_n

In 1887 is een graf gevonden in Dunstable in Bedfordshire waarin een vrouw en een kind lagen. Om hen heen was het graf versierd met honderden fossiele zee-egels. Voornamelijk Echinocorys, maar ook Galerites en Micraster (Afbeelding hierboven is een reconstructietekening, afkomstig van Wikipedia). Allemaal zee-egels die vrij veel voorkomen in de chalk, het krijtgesteente van Zuid-Engeland. Dit is niet het enige graf waar zee-egels in gevonden zijn. Op meer plekken in West Europa zijn graven gevonden met fossiele zee-egels. Of in een hand van de begraven persoon of als amulet gedragen. In Denemarken is in een IJzertijd graf een zee-egel ingezet in brons gevonden. Ook zijn zee-egels gevonden in aardewerken potten met crematieresten. In Swanscombe in Kent en in Saint-Just des Marais in Frankrijk zijn vuurstenen bijlen gevonden met in het midden een fossiele zee-egel. De bijl was zo gemaakt dat de egel perfect in het midden zat. Zee-egels waren dus zeer waarschijnlijk erg belangrijk voor de prehistorische mensen. Het feit dat ze meegegeven waren aan overledenen en er zelfs graven mee versierd werden geeft aan dat er een relatie met de dood was. Waarschijnlijk moesten de fossielen een goede reis naar het hiernamaals waarborgen. De vijfpuntige ster werd gezien als magisch symbool, dat zal er ook mee te maken hebben.
Een zee-egel zou de duivel afweren. Er is een kerk in Hampshire waar fossiele zee-egels één van de ramen omlijsten, wellicht is dit een overblijfsel van het idee dat de duivel op afstand gehouden zou worden door de zee-egels.

Sommige zee-egels worden herderskroon genoemd, shepherd’s crown. Dit omdat ze door hun vorm wat weg hadden van een kroon en veel gevonden werden door herders die op de velden liepen. Een egel op je melkplank of in de melkemmer voorkwam dat de melk zuur werd. Een zee-egels bij het vuur waarin je brood bakte zorgde er voor dat je nooit zonder brood zat en dat je brood zou lukken. Het mislukken van brood werd toegeschreven aan kwade magie en aan het kleine volkje. In sommige gebieden in Engeland heten zee-egels ook wel pixie-helmet (pixie-helm), alsof het kleine helmen waren van de pixies. Ook werden ze soms eagle stones genoemd, het patroon deed aan alsof de steen de afdruk van een roofvogelklauw had.
In sommige gebieden geloofde men zelfs dat een versteende zee-egel storm kon voorspellen. Zee-egels beschermden ook tegen zeeziekte.

Een wijdverbreid bijgeloof was ook dat fossiele zee-egels eigenlijk slangeneieren zouden zijn. Plinius noemde ze Ovum angiunum, ovum is ei en angiunum betekent bal van samengeklonterde slangen die aan elkaar vastzitten door slijm. Het ei dat de verzameling slangen omhoog duwt en sist moest, aldus Plinius, volgens de druïden met een doek gevangen worden en snel worden meegenomen. Een echt Ovum angiunum drijft op het water en gaat stroomopwaards, ook al is het bedekt met goud. Druiden zouden de steen bij zich dragen als ze bij koningen moesten komen zodat ze succesvol zouden zijn. Maar volgens Plinius werkte de steen niet goed, want hij had gezien hoe een man die een Ovum angiunum bij zich droeg toch ter dood veroordeeld werd. Tegenwoordig wordt er door sommige historici getwijfeld aan de theorie dat het hier om een zee-egel zou gaan, Plinius zou als natuurhistoricus zeker een zee-egel moeten hebben herkend voor wat het werkelijk was. Een andere verklaring is bijvoorbeeld dat het hier om de lege eikapsels van wulken gaat die in clusters vaak op het strand liggen.
Soms fossiliseren de stekels van zee-egels los van de egel. De stekels van sommige egels zijn niet recht en puntig, maar bolvormig. Deze werden jodenstenen genoemd. Dit omdat de eerste verhalen hierover meekwamen uit Judea via de kruisvaarders. Ze zouden goed werken tegen blaasproblemen en worden tot op de dag van vandaag op sommige plekken in het Midden Oosten verkocht als medicijn.

4 gedachten over “Zee-egels en folklore”

  1. beste
    mooi artikel, ik bewonder je passie voor zee-egels, ik ken het ook. Ik verzamel Europese soorten zee-egels (pantsers wel te verstaan). Mocht je exemplaren hebben (zelfs beschadigd of pantserstukken), dan ben ik altijd geïnteresseerd, want in België is het maar triestig gesteld wat soortenrijkdom betreft.
    Alvast met dank
    Frank

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s