Ooit was het de steen van koningen en evenaarde het de huidige waarde van diamanten. Tegenwoordig heeft iedereen die ‘iets’ met stenen heeft waarschijnlijk wel een stukje van dit mooie paarse mineraal. Het is één van mijn favoriete soorten kwarts.

Chemie en geologie
De chemische formule van amethist is SiO2 (Fe). Het is dus een kwarts, siliciumdioxide, met ijzer. Fe is de chemische formule voor ijzer, deze ‘vervuiling’ zorgt voor de paarse kleur. Deze kleur ontstaat wanneer ijzer de plek inneemt van het silicium atoom en onder invloed van natuurlijke gamma straling oxideert. Dat aandeel ijzer is echter maar heel laag, zelfs bij intens paarse amethisten. Vandaar dat het ook geen plek heeft in de eigenlijke formule van het mineraal. De kleur is niet altijd evenredig verdeeld. Zo kan het zijn dat in geoden alleen de toppen van de punten paars zijn of kan het voorkomen dat in het kristal patronen ontstaan door ongelijke kleurverdeling. Voorbeeld daarvan zijn onder meer de zogenaamde ‘hourglass’ amethist en fantoom-amethist met zonering gelijk aan de kristalgroei.
Als amethist te lang aan UV-zonlicht wordt blootgesteld zal het zijn kleur verliezen. Onder invloed van hoge verhitting kan het bruin-oranje kleuren (ten onrechte citrien genoemd) of groen (prasioliet). Zowel prasioliet en citrien komen ook in natuurlijke varianten voor, maar veel van de stukken in de handel zijn met hitte behandelde amethist. Voor meer informatie over ‘gebrande amethist’ klik hier en hier.

De vorm van amethist kristallen is gelijk aan die van bergkristal. Inmiddels is de stenenwereld vergeven van allerlei namen en is het soms lastig om door de bomen het bos te blijven zien. Om het overzichtelijk te houden… amethist is dus een variëteit van kwarts. Het hoort bij de macrokristallijne kwartsen (die waarvan je de kristallen met het blote oog kunt herkennen). Kwarts en dus ook amethist heeft bijna altijd een trigonale kristalstructuur. De kristallen zijn meestal zeshoekig, met in de zeshoekpiramide soms een tweedeling van 3 grotere en 3 kleinere vlakken. Dan zijn er benamingen voor de verschillende habitus vormen en verschillende groeivormen van kwarts. Vooral dat laatste maakt dat het aantal namen van verschillende soorten amethist en kwarts bijna niet meer bij te houden is omdat voor 1 groeivorm soms wel 3 of 4 namen bestaan. Denk aan spiritkwarts/fairykwarts/cactuskwarts, sprouting kwarts/kaarskwarts, chevron/band amethist, kathedraalkwarts/babelkwarts/babylonkwarts, etc. Niet alle kwarts-groeivormen komen ook bij amethist voor. Zo bestaan er bijvoorbeeld geen Gwindel amethisten.


Amethist wordt op veel plekken in de wereld gevonden. In Europa onder andere in Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Finland en Hongarije. Voordat de grote hoeveelheden in Brazilië en Uruguay werden ontdekt kwam de meeste amethist uit India, Sri Lanka en Rusland. Tot in de 18e eeuw hoorde het bij de ‘cardinal gems’, de meest kostbare edelstenen. Een aantal bekende amethist vindplaatsen zijn Idar Oberstein (D), Schlottwitz (D), Osilo (It), Vera Cruz (Mex), Brandberg (Nam), Artigas (Ur), Minas Gerais (Bra), Thunder Bay (Ca), maar wie de lijst van geregistreerde vindplaatsen op Mindat bekijkt ziet dat er ontzettend veel plekken meer zijn waar amethist gevonden is.

Amethist vormt vaak in holtes in vulkanisch gesteente, in geodes, maar dat is geen stelregel en het kan ook onder andere omstandigheden groeien zoals in breuken en spleten in gesteente, in hydrothermale aders en heel soms zelfs in sedimentaire afzettingen.
Soms komt amethist samen met rookkwarts voor. Ook kan het insluitsels hebben van allerlei mineralen, zoals hematiet, goethiet en rutiel.

In Groot-Brittannië wordt best veel amethist gevonden. Vooral op een aantal plekken in Schotland (Binn Hill, Screel Hill, Ardownie) maar ook in Zuid Engeland, onder meer in Cornwall. Daar staat vooral de regio rond St Just bekend om de mooie amethisten. In Wales is alleen Taff Wells bekend als vindplaats van amethist.


Geschiedenis en folklore
De naam amethist is afgeleid van het Griekse woord a methystos, dat ‘niet vergiftigd/onder invloed’ betekent. Zij geloofden dat als men dronk uit een amethisten beker men niet dronken kon worden. Ook beschermde volgens de Grieken het dragen van amethist tegen dronkenschap.

Dit heeft alles te maken met de legende van de maagd Amethist. Volgens Griekse verhaal had de god Dionysos een dienstmaagd die de godin Artemis kwam eren aan laten vallen door zijn tijgers. Artemis beschermde haar tegen de tijgers die haar wilden verscheuren door haar in helder kristal te veranderen. Dionysus goot uit boosheid zijn kelk wijn over haar heen en het kristal werd paars door de kleur van de wijn. De maagd heette Amethist. Ditzelfde verhaal kenden de Romeinen met de god Bacchus, de godin Diane en leeuwen. Dit is de reden dat amethist zou beschermen tegen dronkenschap. Dat was echter niet de enige kracht van amethist. De Romeinse naturalist Plinius de Oudere vertelt dat het de steen van liefde zou zijn. Hij schrijft dat amethyst ook bekend staat onder de namen socondion, sapenos, pæderos en anteros. Ook zou de steen bekend staan als het ‘Ooglid van Venus’. Hij noemt de magiërs die zeggen dat de steen beschermt tegen dronkenschap ‘valse’ magiërs. Ook beschrijft Plinius hoe diezelfde magiërs voorschrijven dat de steen wanneer er een zon en een maan ingecarved zijn en hij wordt gedragen aan een ketting gemaakt van zwaluwstaarten en haren van een ‘cynocephalus’ (dit is in de mythologie een mens met een hondenkop, maar men denkt dat hij hier een baviaan mee bedoelt) zou beschermen tegen toxische magie. Ook zou de steen als hij zo gedragen werd toegang geven tot koningen en plagen van sprinkhanen voorkomen.

In Neolithisch Europa werd amethist al door de mensen gezien als bijzonder, het zou helpen de dieren te vinden om op te jagen. De oudste Europese archeologische vondsten van amethist zijn 25.000 jaar oud.
De Egyptenaren gebruikten amethist, dat weten we uit grafgiften die onder meer in de tombe van Toetanchamon gevonden zijn. Zij zagen amethist als beschermend tegen boze magie en tegen nare gedachten. In andere Egyptische graftombes zijn niet alleen kralen gevonden, maar ook dieren en schalen gecarved uit amethist. Paars was de kleur van de farao, een koninklijke kleur. Amethist werd door de Egyptenaren gekoppeld aan de geit in de dierenriem, een dier dat bladeren van wijnranken dronk. Daar dus ook weer de link met wijn. De Egyptenaren hadden hun eigen mijnen waar bijzonder mooie amethist gevonden werd. Bij archeologische opgravingen in het Middellandse Zee gebied zijn veel sieraden zoals kralen, ringen en kettingen van amethist gevonden, maar ook amethisten kelken, bekers en vazen. Niet alleen Grieks en Romeins, maar ook Assyrisch.


In Zuid Engeland zijn in veel Anglo-Saksische graven amethist kralen gevonden, onder andere in de bekende Sutton Hoo ship burial. Maar ook op andere plekken in het zuiden en dan met name Kent, Sussex en Somerset. Ook in Schotland zijn bij opgravingen amethist kralen en scherven amethist gevonden.
Middeleeuwse ridders droegen amuletten van amethist om ze te beschermen in gevechten en ze te helpen het hoofd koel te houden. De kruisridders hadden een amethist aan hun rozenkrans.
Merovingische graven werden met amethist beschermd tegen grafroof, amethist zou namelijk negatief werken wanneer het werd gestolen en zo dus beschermen tegen diefstal. Er zijn Merovingische graven gevonden met sporen van roof waarbij alleen de amethist ongemoeid was gelaten. Het zou ook beschermen tegen hekserij en tovenarij.

De steen wordt zelfs genoemd in de Bijbel als één van de twaalf stenen in de borstplaat van de Hogepiester van Israël en één van de twaalf stenen waar de poorten van Jeruzalem mee versierd zouden zijn volgens het boek ‘Openbaringen’. Zowel de stenen op de borstplaat als de stenen bij de poorten staan voor de stammen van Israël, de kinderen van Israël. Amethist was de negende steen, Ahlamah is de Hebreeuwse naam voor amethist.
De kleur paars was erg moeilijk te maken, men kon het eigenlijk alleen maken mangaan en van een bepaald soort zeeslak (Bolinus/Murex). Daarom was paars een kleur die alleen door koningen, heersers en priesters gedragen werd. God vroeg van Mozes een paarse doek als offer dat gebruikt kon worden als gordijn voor het tabernakel met de 10 geboden. Bij Jezus’ gevangenneming door de Romeinen zouden ze hem een paarse doek om hebben gehangen als ‘koningsmantel’ om hem te kunnen bespotten als Koning der Joden. Vandaar dat paars later ook werd gezien als een heilige kleur die in de katholieke kerk een belangrijke rol speelt tot op de dag van vandaag. Bisschoppen dragen altijd een episcopale ring van amethist. De steen werd vanwege de paarse kleur gezien als goddelijk. Maar ook stond de ring voor soberheid, gebaseerd op het idee dat het dronkenschap voorkomen. Het beschermde de bisschop tegen kwaad en hielp hem te denken vanuit compassie en rationaliteit. Een andere betekenis is ook dat tijdens het neerdalen van de Heilige Geest over de apostelen met Pinksteren men kon denken dat ze dronken. Petrus riep toen dat men niet moest denken dat ze dronken waren, maar dat het de Heilige Geest was die over ze was gekomen. Om dit ‘niet dronken zijn’ te symboliseren en aan te geven dat de bisschop is vervuld van de Heilige Geest, dient ook de amethist.

Het is dan ook niet heel verwonderlijk dat veel van de Europese vorstenhuizen in hun kroonjuwelen amethist verwerkten. De kroonjuwelen van onder andere Groot-Brittannië, Frankrijk, het Heilige Roomse Rijk, Lombardije en Noorwegen bevatten amethist. De Russische keizerin Catharina de Grote stuurde een heel leger mijnwerkers naar het Oeral gebergte om op zoek te gaan naar de koninklijke amethist.

Niet alle amethisten zijn zo gewild en positief. Zo is er het verhaal van de vervloekte amethist. Deze amethist in een mooie zilveren zetting werd in 1857 gestolen uit een tempel in Kanpur, India. Hij werd meegenomen naar Engeland, maar de kolonel die de steen bezat verloor alles wat hem lief was. Hij werd ziek en zijn zoon erfde de steen na zijn dood. Maar zoonlief werd ook ziek en gaf de steen aan een vriend die vervolgens zelfmoord pleegde. De vriend had de steen in zijn testament genoemd en wilde dat hij na zijn dood werd teruggegeven aan degene waar hij hem ook van gekregen had. De steen kwam uiteindelijk terecht bij Edward Heron Allen, een Britse onderzoeker/verzamelaar. Nadat hij de steen kreeg kwam er allerlei onheil op zijn pad. Hij gaf de steen aan een vriendin, een zangeres, die vervolgens haar stem kwijtraakte. De steen ging terug naar Allen, die hem maar wat graag kwijt wilde en in het water van een nabijgelegen kanaal gooide. Korte tijd later werd de steen teruggevonden bij baggerwerkzaamheden in het kanaal en door een antiekhandelaar herkend als zijnde van Allen. Hij kreeg de steen dus weer terug. Hij bestempelde de steen als vervloekt en borg hem op in 7 afgesloten kistjes die hij vervolgens in zijn bankkluis opsloot. In zijn testament verklaarde hij dat de kistjes pas 3 jaar na zijn dood geopend mochten worden. Zijn dochter gaf de steen aan het Natural History Museum in Londen, vergezeld van een waarschuwend schrijven dat Allen zelf had opgesteld waarin hij de nieuwe eigenaar waarschuwt voor de vervloekte eigenschappen van de steen en adviseert de steen in zee te gooien. De steen ligt tegenwoordig veilig opgeborgen in de kluis van het Londense museum.

Vanaf de 19e eeuw werd de mineralenmarkt overspoeld met grote hoeveelheden amethist uit Brazilië en later ook uit Uruguay. Dit heeft de waarde van amethist flink doen dalen en het is nu een mineraal dat voor iedereen bereikbaar is. Dit neemt niet weg dat het nog steeds een bijzonder mooi mineraal is dat in heel veel verschillende verschijningsvormen wat betreft kleur en manier van groeien voorkomt.
