Uncategorized

Turquoise/turkoois

Turquoise, of op z’n Hollands turkoois, is by-far één van de meest nagemaakte mineralen die we kennen. En de ellende is dat een aantal imitaties ook erg lastig te herkennen zijn, zelfs voor experts. In dit artikel wil ik alle aspecten van turkoois bespreken: de geschiedenis, de echte varianten en zo veel mogelijk synthetische en nep varianten plus tips om wanneer je een stuk in handen hebt zo goed mogelijk te achterhalen wat het is. 

Turkoois of turquoise? 
Eerst even iets over de naam. Is het nu turquoise of turkoois? De naam turkoois is een verhollandste variant van turquoise. Dat komt op zijn beurt weer van het Franse Turquois, wat Turks betekent. Dat is omdat veel materiaal vanuit Turkije of beter gezegd het Ottomaanse Rijk werd geïmporteerd in Europa. Deze naam werd pas in de 17e eeuw geïntroduceerd, maar het mineraal bestaat natuurlijk al veel langer. Het is daarom in oudere geschriften onder andere namen bekend en daardoor is het niet altijd even makkelijk te herleiden of het in die boeken om hetzelfde materiaal gaat als dat wat wij als turkoois kennen. Zo beschreef Aristoteles een mineraal dat overeenkomsten vertoont met turkoois, maar ook met Lapis Lazuli. De oude Grieken, en dan met name Plinius de Oudere, noemden het κάλαϊς ofwel Kalais. Het is daarom ook bekend als kalaiet/kalaite. Azuurspaat is een term die je ook af en te tegenkomt, dit is een oude naam voor een keur aan blauwe mineralen, waar turkoois er maar één van is. Als die naam gebruikt wordt kun je er dus niet zomaar vanuit gaan dat ze daarmee ook turkoois bedoelen. In de huidige Bijbelvertalingen wordt turkoois genoemd als één van de stenen op de borstplaat van de Hogepriester van Israel, maar in oudere vertalingen is de naam (nophek) niet eenduidig en kan naar verschillende stenen refereren, waaronder ook granaat en smaragd.

In Nederland zijn beide vormen, turquoise en turkoois, geaccepteerde namen voor het mineraal. Soms hoor je wel eens mensen zeggen dat turquoise de kleur is (de naam van de kleur is afgeleid van de naam van het mineraal) en turkoois het mineraal. Dat is wel hoe het een beetje gegroeid is, maar dat is geen wet van Meden en Perzen (pun intended). Je mag het mineraal dus ook in Nederland turquoise noemen. In dit artikel houd ik het op turkoois. Je spreekt het eigenlijk nog steeds wel op z’n Frans uit, je zegt dus tur-kwaas, maar het vernederlandste tur-koojs wordt tegenwoordig ook veel gehoord en inmiddels geaccepteerd. 

Geschiedenis
De geschiedenis van turkoois is ontzettend boeiend en er bestaan zo veel verhalen rondom dit mineraal in culturen over de hele wereld dat het te ver gaat om alle hier uitgebreid te beschrijven. Bij deze dus een zeer beknopte weergave. 

Turkoois komt in Europa wel voor, maar we kennen het in de Europese geschiedenis vooral als prachtig mooi blauw mineraal uit Azië, en dan met name uit Iran (Perzië) en Egypte. 
Het is al eeuwenlang een heel gewild mineraal. We weten dat de oude Egyptenaren er gek op waren en het veel gebruikten in juwelen en als grafgiften. Er zijn in tombes prachtige sieraden gevonden met turkoois in goud gezet of geslepen als scarabee. Ook op het beroemde dodenmasker van Toetanchamon is turkoois gebruikt. Egypte had zijn eigen turkoois mijnen in de Sinaï woestijn. Deze mijnen waren al in 3000 v.Chr. in gebruik, niet alleen voor turkoois, maar ook voor koperwinning. De Egyptenaren noemden turkoois mefkat en associeerden het met de godin Hathor. Ta Mefkat of Khetyou Mefkat is ook een oude benaming voor het gebied in de Sinaï waar de mijnen waren. Bij de mijnen is een oude tempel gevonden die aan Hathor gewijd was. 

In het oude Perzië, grotendeels overlappend met wat we nu kennen als Iran, werd veel turkoois van hoge kwaliteit gevonden. De Perzen zelf gebruikten het in sieraden en amuletten. Vaak werden er inscripties toegevoegd aan de steen. Het werd zelfs gebruikt om de wanden en plafonds van paleizen, moskeeën en andere belangrijke gebouwen rijkelijk te versieren. Ook in wapens was het populair. Veel dolken werden ingelegd met turkoois. Ze noemden turkoois ook wel pērōzah of fayrūzah (pirouzeh/firouzeh/firoozeh/firoza), wat overwinning betekent. In Perzië, maar ook breder in Azië, is turkoois sterk ingebed in de cultuur, het geloof en de architectuur en daarom een belangrijk mineraal. Niet alleen de Perzen, maar ook de Mesopotamische volken gebruikten veel turkoois. En verder naar het oosten ook in Tibet en India. Eén van de bekendste gebouwen waarin het gebruikt is, is de Taj Mahal in India. In Tibet en Nepal associeerde men de steen met de lucht, wat alles te maken had met de intens blauwe kleur. Opvallend is dat de steen niet voorkomt in Nepal, maar toch al eeuwenlang een belangrijk onderdeel is van de cultuur en het dragen ervan werd gezien als teken van hoge afkomst. Vermalen turkoois werd gebruikt door boeddhistische monniken om schilderijen mee te maken. 

Turkoois, Iran. Collectie en foto K. Keur


In China wordt turkoois al sinds het neolithicum gemijnd en gebruikt en bestaan tal van legendes rondom dit mineraal. Vooral in de gebieden waar veel turkoois gevonden wordt, heeft het een rijke geschiedenis. Het werd gebruikt in talismannen, amuletten, juwelen, religieuze objecten, wapens, allerhande voorwerpen, maar ook als medicijn. Chinezen geloofden lange tijd dat turkoois fossiele overblijfselen waren van dennenbomen, een belangrijke boom in de Chinese cultuur. Volgens een legende wilde een duizenden jaren oude dennenboom in een draak veranderen, maar zei een Taoïsme meester dat hij daar te oud voor was en alleen nog maar in steen kon veranderen. Nadat hij dit gezegd had brak een storm los, brak de boom en viel in stukken turkoois uit elkaar.    

In de middeleeuwen werd turkoois via de zijderoute meegebracht naar Europa. Deze handel liep via het huidige Turkije en in het Ottomaanse Rijk was een levendige handel in dit materiaal. Turkse handelaars haalden het uit Perzië en verkochten het aan Europeanen. Vandaar dat wij het nu kennen onder de naam turkoois, afgeleid van het Franse pierre turquois of pierre tourques, Turkse steen. 

Ook in Midden-en Noord Amerika was turkoois een belangrijk mineraal. Op verschillende plekken die gelinkt worden aan de Maya’s en Mexica of Nahua people (Azteken) werd turkoois gebruikt in onder meer juwelen, maskers en mozaïek. Bij Chichén Itzá zijn verschillende vondsten gedaan van objecten waarin turkoois is verwerkt. Bij de Azteken was turkoois een belangrijk onderdeel van de cultuur. Het werd geassocieerd met de vuurgod Xiuhtecuhtli. Hij wordt vaak afgebeeld met een hoofd en soms zelfs lichaam van turkoois. In de Azteekse taal is xiuhuitl het woord voor turkoois. Alhoewel er turkoois voorkomt in Midden-Amerika vond men in de nu bekende vindplaatsen turkoois van mindere kwaliteit dan dat van de zuidelijke regio van wat we nu als de USA kennen. Lange tijd werd gedacht dat ze daarom dit turkoois gebruikten en er veel handel was. Maar nieuwe onderzoeken tonen aan dat veel van de gevonden turkoois bij archeologische opgravingen in Midden-Amerika toch grotendeels uit Mexico afkomstig was. Toen de Europeanen de Nieuwe Wereld ontdekten was turkoois één van de dingen die ze naar Europa terugbrachten en er ontstond een aanvoer van Amerikaans turkoois naar Europa.  

In de huidige USA vinden we in het zuidwesten een grote hoeveelheid turkooismijnen. De oorspronkelijke bewoners van dit gebied wisten van veel van deze plekken al af en in hun culturen speelt turkoois dan ook een belangrijke rol. Onder meer de Navajo, Hopi, Zuni en de N’de (Apache) zagen turkoois als een belangrijk mineraal. Vaak wordt het geassocieerd met leven. De aarde werd gezien als levend iets en de stenen die van de aarde komen dus ook. Doordat turkoois onder invloed van vocht een temperatuur van kleur kan veranderen dacht men dat de steen leefde. De kleur van de steen deed ook denken aan de lucht en het water en werd gezien als middel om het weer te beïnvloeden. Het gaf bescherming aan strijders, liet ze beter vechten en werd gebruikt in divinatie. De native Amerikaanse volken mijnden al turkoois eeuwen voordat de Europeanen het gebied ontdekten. De oudst bekende mijnen liggen in het Cerrillos district in New Mexico. Toen de Spanjaarden dit gebied binnentrokken lag hun belangrijkste focus niet op turkoois, alhoewel het een leuke bijkomstigheid was, maar vooral op de aanwezige metalen, koper, goud en zink. De aanwezigheid van turkoois is een indicatie voor deze metalen in de bodem.

Turkoois, Arizona USA


In Europa kennen we laat-neolithische turkoois vondsten uit Orlovo, Bulgarije. 

Turkoois chemie en geologie
Turkoois is een secundair kopermineraal, een koper-aluminium fosfaat. Secundair wil zeggen dat het niet direct uit magma of lava vormt, maar uit elementen die elders uit gesteente zijn opgelost in water en op een nieuwe plek zijn afgezet als turkoois. Voor de vorming van turkoois is de voorwaarde dat er voldoende aluminium, fosfaat en koper aanwezig is. Het vormt het liefst in zones waar hete vloeistof kan circuleren in gesteente met hoog kaliumgehalte. Vaak is een magma intrusie (magma dat omhoogkomt in bestaand gesteente) de reden van deze verhitting en omzetting. Deze zogenaamde ‘potassic alterarion zones’ zijn indicatoren voor de aanwezigheid van sommige waardevolle ertsen zoals koper. De metalen vormen zich in deze omstandigheden vaak porfierisch; grotere kristallen of nuggets in fijn matrixgesteente. Naast deze ontstaanswijze zien we ook vaak dat turkoois ontstaat in droge gebieden met veel koperhoudend gesteente. Door inwerking van water vindt verwering van dit gesteente plaats en kan in de buurt van deze oorspronkelijke afzettingen secundair turkoois vormen. 

Turkoois (Rashleighiet), Cornwall, UK


De chemische formule is CuAl6(PO4)4(OH)8 · 4H2O, de hardheid ligt bij goede kwaliteit tussen de 5 en 6. Het behoort tot het triklien kristalstelsel, maar meestal zijn er met het blote oog geen kristallen te herkennen en vormt het fijnkorrelige massieve lagen. Het komt voor in veel blauw en blauwgroen tinten. Het mineraal turkoois maakt deel uit van de turkoois groep. Vrij recent onderzoek heeft aangetoond dat veel van wat wij als turkoois benoemen in werkelijkheid geen zuivere turkoois is. Turkoois is een ‘endmember’ van een solid solution serie binnen de turkooisgroep, planeriet is het andere endmember. Het variabele element in deze serie is koper, hoe meer koper, hoe dichter het bij zuivere turkoois komt. Hoe minder koper, hoe dichter het bij planeriet ligt. Turkoois vormt ook een serie met een ander mineraal in de turkoois groep, chalcosideriet. In deze serie is de aluminium gradueel vervangen door ijzer naarmate de serie verder opschuift richting chalcosideriet. Aheyliet en Faustiet maken ook deel uit van de turkoois groep. Faustiet is de zinkhoudende endmember van de turkoois – faustiet serie. Tussen faustiet en planeriet bestaat ook een solid solition serie. 

We komen turkoois tegen op plekken waar koper aanwezig is. Het komt dan ook vaak voor in combinatie met andere kopermineralen. Hoe hoger het kopergehalte, hoe blauwer de turkoois. Aanwezigheid van ijzer of dehydratie door verhitting kan resulteren in een wat groenere tint. Meestal vormt het korsten of opvullingen in barsten, maar het kan ook botryoidale (bolvormige) nodules vormen. Ook wordt het soms gevonden als vervangingsmineraal in pseudomorfose, bijvoorbeeld na beryl, apatiet of in fossiel bot en ivoor. 

Vindplaatsen
De bekendste vindplaatsen van turkoois zijn het Sinaï schiereiland, Iran, de Verenigde Staten, Tibet, India, Australië en China. In Europa vinden we onder meer turkoois in Engeland, Spanje, Bulgarije, Frankrijk, Portugal, België en Duitsland. 

Turkoois, Arizona USA


In Amerika bevinden zich in het zuidwesten, in de staten Californië, Nevada, New Mexico en Arizona tientallen turkoois mijnen. De bekendste regio’s zijn het Kingman Mining District, Sleeping Beauty Peak District en de Royston mijn. De mijnen in dit gebied leveren prachtige kwaliteit turkoois. In China vinden we de beste en bekendste turkoois in Hubei en Tianthu. Iran is van oudsher de plek met de beste kwaliteit turkoois met verschillende gebieden waar het gevonden wordt. De Nishapur of Neyshabur mijnen zijn één van de oudste ter wereld, maar ook in de provincies Kerman en Semnan wordt veel turkoois gevonden. 

Turkoois, Arizona USA


Turkoois behandelingen en imitaties
Turkoois is een poreus mineraal, neemt bij gebruik en dragen vocht en vet op uit de huid en kan bij langdurige blootstelling aan zonlicht uitdrogen, verbleken en barsten. Dit alles maakt dat het vaak behandeld wordt om het te kunnen gebruiken in juwelen.

Omdat turkoois een erg geliefd en gewild mineraal is zijn er helaas ook veel imitaties van op de markt. Deze imitaties zijn van alle tijden. De Egyptenaren hadden al een goed lijkend alternatief gevonden in de vorm aardewerk bestaande uit gesinterde kwarts, ook wel Egyptisch faience of tjehenet genoemd. Of dit ook daadwerkelijk bedoeld was als alternatief of toch als kunst zullen we niet weten. Opvallend is wel dat ze hun best deden om het qua kleur zo veel mogelijk overeen te laten komen met turkoois. Later werden ook glazuur en glas als imitaties van turkoois gebruikt. Ook andere volken hadden hun eigen turkoois imitaties. De Chinezen en de Maya’s imiteerden de kleur met hun synthetische ‘Han blue’ en ‘Maya blue’ pigmenten, in Syrië zijn kralen gevonden die sporen van bewerking vertonen met als doel de kleur zo te veranderen dat het op turkoois lijkt. 

Tegenwoordig is er ontzettend veel imitatie turkoois op de markt. Er zijn verschillende soorten imitaties, van synthetische varianten tot volledig nep. Daarnaast zijn er ook binnen de natuurlijke turkoois grote verschillen tussen geheel natuurlijke turkoois en de verschillende stabiliserende behandelingen en het gebruik van ‘restjes’ turkoois met een bindmiddel om samengestelde turkoois te maken. Ik zal ze hier op een rijtje zetten.

Bewerkingen
– Stabilisatie: Turkoois is een relatief zacht en poreus mineraal. Dat maakt het moeilijk bewerkbaar en ongeschikt voor juwelen. Om het slijpbaar en draagbaar te maken wordt het gestabiliseerd. Dit is bij turkoois een algemeen geaccepteerde behandeling, als je dit niet doet is het niet goed te verwerken in sieraden. Middelen waarmee het gestabiliseerd wordt zijn onder meer kunsthars (o.a. opticon), wax, olie, epoxy, glas of plastic. De mate waarin het gestabiliseerd moet worden hangt af van de herkomst, de kwaliteit en het uiteindelijke doel. Als je een stukje zoekt om tentoon te stellen wil je het liefst een zo natuurlijk mogelijk stuk, niet gestabiliseerd dus. Maar wanneer je het wilt slijpen moet het stabiel zijn. Hoge kwaliteit turkoois heeft maar weinig stabilisatie nodig, maar wel iets om het duurzaam te maken zodat het gedragen kan worden zonder dat dingen als zweet, vocht en vettigheid het stuk aantasten. Hoe poreuzer de turkoois, hoe meer het gestabiliseerd moet worden. Het bewerken met dingen als epoxy verandert mogelijk de kleur, het maakt het soms donkerder of wat vlekkeriger. Ook kan het de hardheid, soortelijk gewicht en refractie-index iets veranderen. Maar een goede stabilisatie laat zo weinig mogelijk sporen na en verandert zo weinig mogelijk aan de eigenschappen van een steen. Tegenwoordig wordt turkoois vaak gestabiliseerd volgens het Zachery process, een geheim recept van een vloeistof waar de turkoois in wordt gedompeld in combinatie met een hitte-behandeling. 

Hanger met natuurlijke turkoois, gestabiliseerd


– Bijkleuren: De meeste mensen hebben bij turkoois een beeld in hun hoofd van een kleur die we ‘robin’s egg blue’ of ‘Persian blue’ noemen, de kleur van het ei van een roodborstje. Dit wordt gezien als een teken van hoge kwaliteit turkoois. Maar lang niet alle turkoois heeft deze kleur. Wanneer een stuk gestabiliseerd wordt kan het ook bijgekleurd worden om de ‘perfecte’ turkoois kleur te verkrijgen. Deze behandeling maakt mindere kwaliteit stukjes optisch mooier en zou vermeldt moeten worden bij verkoop. 

– Samenstellen: Bij het slijpen van turkoois is het onvermijdelijk dat er veel stukjes ‘afval’ overblijven. Deze kleine stukjes worden verzameld en verwerkt tot blokken samengesteld turkoois. Dit kan zijn door de stukjes intact te laten en ze met een bindmiddel te verlijmen of door de stukjes te verpulveren, met een bindmiddel te mengen en tot een blok te persen. Helaas biedt dit ook mogelijkheden om te sjoemelen, andere bestanddelen toe te voegen en op die manier meer te maken met minder echte bestanddelen. Zo zijn er tests gedaan op stukken zogenaamde gereconstitueerde turkoois waaruit bleek dat het weinig tot zelfs geen (!) echte turkooispoeder bevatte. En ook bij de stukken met samengestelde fragmenten wordt veel gesjoemeld. Stukken worden aangevuld met pyriet, ijzerschraapsel, koper of met geverfde andere mineralen. Een goed voorbeeld van samengestelde en bewerkte turkoois is ‘Mojave’ (Mohave) turkoois. Dit wordt gemaakt in de beroemde Kingman Mine in Arizona is een composiet van paars, rood, groen en geel geverfde stukjes turkoois. Veel van de goedkope composieten tegenwoordig bevatten geen echte turkoois. Je ziet ze in allerlei kleuren die niets met echte turkoois te maken hebben. Deze worden wel vaak ten onrechte als Mojave turkoois aangeboden om de suggestie te wekken dat ze gemaakt zijn van echte turkoois. Deze stukken zijn echter beter op hun plek onder het kopje ‘imitaties’.  
De aanwezigheid van zwarte of bruine restjes matrix in de putjes en holtes in turkoois wordt vaak als tegen van echtheid gezien. Het kan daarbij gaan om matrixgesteente, maar ook om mica, calciet, hematiet, pyriet of koper. Deze dingen kunnen tegenwoordig echter vrij eenvoudig toegevoegd worden aan samengestelde of geverfde stukken en kan dus niet meer als garantie van echtheid gezien worden. Ook wordt het soms met cement, verf of vermalen koper in holtes aangebracht.  

– Een begrip dat je af en toe tegenkomt is ‘chalk turquoise’, dit is hele lage kwaliteit turkoois houdend kalkgesteente. Dit is heel zacht en poreus en volkomen ongeschikt om te bewerken. Maar het is goedkoop, makkelijk te verpulveren, verven, mengen met lijm en te persen tot blokken. Dat gebeurt dus ook veel.  

Lage kwaliteit turkoois met veel kalk, Arizona USA


Imitaties
– Synthetische turkoois: We noemen iets synthetisch als het chemisch gezien dezelfde samenstelling heeft als het oorspronkelijke mineraal, maar gecreëerd is door de mens. In de jaren ’70 ontwikkelde Pierre Gilson een synthetische variant die in veel opzichten overeenkwam met echte turkoois. Het enige verschil was dat het een bindmiddel bevatten wat in de natuurlijke variant niet voorkomt. Strikt genomen maakt het dat een simulant en geen synthetische turkoois. Maar de meeste mensen noemen het wel zo. Andere imitaties die ten onrechte als synthetisch bestempeld worden zijn Reese Turquoise of ‘neoliet’ en neo-turquoise. In de 19e eeuw ontstond Vienna turquoise, Weens turkoois. Dit was een imitatie variant die in Oostenrijk, maar ook Engeland gemaakt werd. Het werd gemaakt door in een oplossing aluminium fosfaat neer te laten slaan, dit samen te persen en te kleuren met een koperhydroxide in oliezuur oplossing. 

– Blauw geverfde andere mineralen: De bekendste hiervan zijn geverfde howliet (ook wel turqueniet genoemd) en magnesiet. Maar ook calciet, marmer, dolomiet, gibbsiet en (fossiel) ivoor werden of worden bijgekleurd om op turkoois te lijken. De verf waarmee deze mineralen zijn geverfd is verschillend van samenstelling en de ene is makkelijker aan te tonen met aceton dan de andere. De meest gebruikte verfstof bij het verfproces van de verschillende gekleurde imitaties is tegenwoordig kobalt phthalocyanine. Vroeger was dat onder meer ‘Pruisisch blauw’. Soms is het voldoende om een doek in aceton (of andere verfoplosser) de drenken en hiermee een stuk te poetsen. De verf geeft dan af op de doek. Maar met verbeterde verfmethodes tegenwoordig is dit lang niet altijd afdoende. Soms lost de verf pas op na meerdere uren in een verfoplosser. Geverfde exemplaren zijn meestal alleen aan de buitenkant geverfd, als je zo’n stuk doorslaat is de binnenkant vaak wit of lichter blauw. Bij kleine objecten, zoals kralen, en erg poreus gesteente kan de verf dieper intrekken. Howliet en magnesiet komen, net als turkoois, in ‘nuggets’ voor en kunnen daarom in ruwe vorm verwarrend veel lijken op echte turkoois nuggets uit de USA. 
In China kennen we Wulanhua turquoise of Ulan flower turquoise, dit is opvallend donkerblauwe turkoois met veel zwarte aderen. Dit wordt tegenwoordig nagemaakt door bariet en calcietbrokjes te verven en samen te voegen. 


– Andere mineralen die als turkoois verkocht worden: Soms lijken mineralen veel op elkaar en worden ze onder onjuiste namen aangeboden. Zo kreeg ik onlangs een geslepen stukje in handen dat turkoois uit Madagascar zou zijn (en online ook op veel plekken zo aangeboden werd). Bij analyse bleek het geen turkoois te zijn. Alle metingen wezen richting varisciet. Ook kopermineralen zoals chrysocolla worden nog wel eens ten onrechte als turkoois aangeboden. ‘African turquoise’ is geen turkoois, maar een soort jaspis. Sugiliet wordt ook wel eens aangeboden als paarse turkoois, maar na het lezen van dit verhaal weet je dat turkoois van nature nooit paars kan zijn. White Buffalo Turquoise is ook geen turkoois, het is combinatie van kwarts, calciet, dolomiet en aluniet. Het is afkomstig uit Tonopah, Nevada. Omdat bij veel native Amerikaanse volken de witte buffel een mythisch dier is en turkoois een belangrijke steen in hun cultuur is deze (misleidende) naam gekozen. Ook wordt howliet soms verkocht als ‘witte turkoois’. Gibbsiet wordt soms puur en soms geverfd verkocht als spiderweb turquoise.  

‘African turquoise’, geen turkoois, maar jaspis

– Door de mens gemaakte neppers: Klei, plastic, aardewerk, geperste en geverfde howlietpoeder, barium-oxide, gips…. Allemaal materialen waarmee men probeert turkoois na te maken. Veel van wat we tegenwoordig ‘geverfde howliet’ noemen is eigenlijk geperste howliet poeder, klei of geperste kalk. Soms worden er zwarte lijntjes opgeschilderd om het echter te laten lijken. In het kader ‘helemaal nep’ kunnen we ook de eerdergenoemde samengestelde ‘turkoois zonder echte turkoois’ knutsels noemen waar we het eerder in de tekst over hadden.


Ook wordt er nogal eens gesjoemeld met vindplaats informatie. Veel van wat je in de handel ziet als ‘Tibetan turquoise’ komt uit diverse plekken in China, niet alle Kingman of Sleeping Beauty turkoois komt ook daadwerkelijk van de genoemde plek en zo is er een hele lijst aan vindplaats fouten op te noemen.

‘Tibetan turquoise’ uit China

Testmethodes
Wanneer je turkoois in huis hebt wil je natuurlijk graag weten of je stukje ook echt turkoois is en of het wel of niet bewerkt is. Helaas is deze vraag niet zo heel eenvoudig en snel te beantwoorden. Turkoois is, zoals je inmiddels waarschijnlijk wel begrepen hebt, een heel veelzijdig mineraal waar veel bewerkingen en imitaties van op de markt zijn. Sommige daarvan zo slecht dat je van een kilometer afstand ziet dat ze nep zijn, maar anderen zo knap gemaakt dat zelfs de experts gespecialiseerde instrumenten nodig hebben om te bepalen wat ze in handen hebben. Deze instrumenten hebben wij meestal niet zelf in huis, dus zijn we aangewezen op wat we wel hebben en kunnen. In het geval van turkoois is het vaak een combinatie van tests die je stap voor stap ietsje dichter bij de waarheid brengt. 
– Hardheid: De hardheid van goede turkoois ligt tussen de 5 en 6. De hardheid van magnesiet en howliet* is lager, tussen de 3,5 – 4,5. 
– Soortelijk gewicht: Het soortelijk gewicht van magnesiet ligt ietsje hoger dan dat van turkoois. Howliet is in dit geval iets moeilijker te onderscheiden, dat ligt in dezelfde range als turkoois. 
– Kleur: Alhoewel kleur een subjectief gegeven is en onze ogen ons behoorlijk kunnen beetnemen waar het gaat om het interpreteren van kleurschakeringen is met een beetje ervaring de typisch geverfde felblauwe howliet wel te herkennen. Let wel dat sommige Amerikaanse turkoois ook zo’n kleur kan hebben. Zoals al eerder genoemd is aceton een goed middel om verf los te weken uit twijfelstukken. Aceton tast natuurlijke turkoois in principe niet aan, mits je het er geen dagen in laat liggen. Wat wel kan gebeuren is dat het eventuele stabilisatoren oplost. Een met aceton getest gestabiliseerd stuk zal dus minder geschikt zijn om daarna te verwerken.  
– Prijs: Een beetje een lastige, maar goede turkoois is duur. Dit is geen garantie dat dure stukken echt zijn, maar wel een red flag voor erg goedkope stukken. Een ‘turkoois’ kralenarmbandje van 5 euro zal niet snel echt zijn… 
– UV licht: Verf en andere mineralen kunnen soms oplichten onder UV licht (lange golf). Echte turkoois zal niet reageren op UV licht. 
– Magneet test: Turkoois is niet magnetisch en zal niet aan een magneet blijven hangen. De koper (pure natuurlijke koper) in de turkoois is echter paramagnetisch. Dat betekent kort gezegd dat wanneer een sterke magneet in de buurt komt van koper de elektronen gaan reageren als zijnde magnetisch en de magneet aantrekken. Neem een bak water en leg je vermeende turkoois op iets lichtgewichts dat drijft (piepschuim, styropor, etc). Laat het stil drijven in het midden van het water en kom dan met een sterke magneet vlak bij je turkoois. Echte turkoois zal de magneet aantrekken en dus naar de magneet toe drijven. Howliet doet dit niet. Nadeel van deze test is dat magnesiet en andere kopermineralen ook reageren op de magneet en deze dus niet uitgesloten kunnen worden. 
– Refractie-index: Ieder mineraal heeft een eigen refractie-index, de hoek waaronder ligt wordt teruggekaatst. Met een refractometer is dit te meten. Dit zal niet iedereen in huis hebben, maar wellicht is er een gemmoloog of juwelier in je omgeving die dit wel heeft en vrij eenvoudig voor je kan nagaan.  

Geverfde magnesiet na een acetonbad


Een combinatie van de gegevens die je uit de verschillende testen en observaties haalt kunnen je verder helpen om na te gaan of jouw turkoois echt is. Daarnaast is het altijd goed om bij aankoop vragen te stellen aan de verkoper. Vraag waar de turkoois vandaan komt en of het behandeld is. Een goede verkoper zal deze vragen kunnen beantwoorden. Helaas is het niet altijd mogelijk om met thuistesten 100% zekerheid te verkrijgen of je stuk echt is. Het aantonen van nep is met deze testen vaak wel te doen. Dat klink tegenstrijdig, maar het aantonen van nep is makkelijker dan het met zekerheid vaststellen van echtheid. 

Ik hoop vooral dat dit verhaal duidelijk maakt dat turkoois een ontzettend boeiend mineraal is met een facsinerende geschiedenis, maar dat het erg moeilijk is om de vinger te leggen op echtheid, eventuele bewerkingen en herkomst van stukken. Afgezien van de overduidelijke verfkunstwerkjes en kleiknutsels die je op de welbekende goedkope Aziatische websites veel vindt is het bepalen van echtheid een ware kunst en is het vaak raadzaam om hierbij hulp van een gemmoloog of andere expert in te roepen.



* De massieve variant van howliet heeft een hardheid van 3,5 – 4,5. Wanneer je op mindat kijkt zie je echter een hardheid 6 vermeld staan. Dit heeft betrekking op de zeer zeldzame howliet kristallen en niet op de massieve vormd die als imitatie voor turkoois dient.


Ik wil mijn dank uitspreken aan William Wold voor het testen van diverse stukjes vermeende turkoois en de correspontentie rondom dit onderwerp, Karin Keur (Minerals in Motion) voor de foto van een prachtige natuurlijke turkoois cabochon, Belinda Degroote (Het Kralenhuisje) voor de natuurlijke turkooishanger en Bas Ouwehand voor de foto van de imitatie ‘spiderweb turquoise’.


Leave a comment