Gips

Chemische formule: CaSO4·2H2O
Hardheid: 2
Kristalstelsel: Monoklien
Streepkleur: Wit
Breuk: Afhankelijk  van de habitus
Voorkomen: Wereldwijd

Gips is een bekend en veelgebruikt materiaal. Wie heeft niet ooit eens een arm of been in gips gezien of met gips gewerkt om te klussen of om te knutselen. Er zijn dan ook veel soorten gips. Gips heeft veel verschijningsvormen, zoals van gipsrozen, woestijnrozen, seleniet, albast en mariaglas.

Seleniet op albast, Spanje
Seleniet kristal, Frankrijk

Gips is Calciumsulfaat met als chemische basisformule CaSO4. In natuurlijk gips zitten ook nog twee watermoleculen, wat de formule van gips in de natuur, dus ook satijnspaat, seleniet en albast, CaSO4 – 2H2O maakt. Dit gips wordt ook wel dihydraat genoemd. Dit kan ook weer gedroogd worden, dus het water er uit, dan heet het hemihydraat. Dit ontstaat door verhitting van dihydraat. Daarnaast is er ook nog gamma-anhydraat en beta-anhydraat, dit is gips voor bouwdoeleinden, droogmiddelen en brandvertragers ontstaan door nog verdere verhitting.
Gips kan voor veel doeleinden gebruikt worden. De bekende gipsverbanden, maar ook krijtjes, bouwmateriaal, in de geneeskunde, als meststof, om te knutselen, etc. Het is zelfs een door de EU goedgekeurde hulpstof voor voedingsmiddelen met als nummer E516.

20201009_103318
Zwaluwstaart seleniet, Frankrijk

Gips is een heel zacht mineraal. De hardheid is 2 op de schaal van Mohs, wat wil zeggen dat je het met je nagels kunt bekrassen. Je kunt je voorstellen dat gips het daarom in de natuur zwaar te verduren heeft als het blootgesteld is aan de elementen. Op sommige plekken kan gips lagen vormen. Deze kunnen alleen langere tijd blijven bestaan als ze beschermd worden door harder gesteente boven en onder deze gipslagen zodat wind en water er minder vat op hebben en het niet zo snel erodeert. Gips ontstaat door de verdamping van zeewater, het als zout. Juist daarom kan het ook lagen en pakketten vormen.

Gipslagen in gesteente, Blue Anchor, Engeland
‘Slangengips’, Duitsland

Een grote bron van natuurlijk gips in Europa bevindt zich in Frankrijk, in het Bekken van Parijs. Vroeger kwam veel gips uit uit de Parijze wijk Montmartre, tegenwoordig bekend als gezellige wijk met veel kunstenaars en de mooie Sacre Coeur. Vroeger was dit echter het gebied buiten de stad waar men gips won voor het maken van gipspleister, de zogenaamde ‘Plaster of Paris’, bekend in heel Europa. Bekende paleizen als Versailles en Fontainbleau zijn hiermee gedecoreerd. Geologisch gezien is Parijs deel van een bekken, het Bekken van Parijs. Bij veel verzamelaars bekend vanwege de Eoceen afzettingen met vooral Lutetien schelpen en slakken die je in de vele groeves rondom de stad kunt vinden. De naam van het tijdperk Lutetien is ook afgeleid van ‘Lutetia’, de naam die de Romeinen aan Parijs gaven. Na het Lutetien kwam de periode die het Bartonien heet en dit is de tijd waarin mijn stukje gips is afgezet. Gips is een evaporiet en duidt op een snel opdrogende zee. De gips en kalk pakketten worden hier afgewisseld met landafzettingen. In deze landafzettingen zijn veel interessante fossielen gevonden van, hoe kan het ook anders, landdieren. Deze lagen in het Bekken van Parijs zijn voor het eerst uitgebreid beschreven door de bekende naturalist Georges Cuvier. De afwisselende gips, kalk en land lagen met bijzondere fossielen waren de reden dat hij zijn theorie over het ‘catastrofisme’ ontwikkelde. Dit was de tegenhanger van Darwin’s evolutie theorie. Cuvier stelde hierin dat plotselinge catastrofale gebeurtenissen zorgden voor het uitsterven van diersoorten. Daarmee vertelt dit mooie stukje gips een heel verhaal over de beginjaren van de wetenschap van de geologie en paleontologie.

Gips uit Montmartre

Ook in Nederland zit een gipslaag in de bodem, bovenop de zoutpilaren de bodem, op zo’n 150 meter diepte. Deze gipslaag is gevormd in het Trias. Ook kan gips in de natuur op een andere manier ontstaan, de secundaire gipsvorming. Als pyriet aan vocht en zuurstof wordt blootgesteld gaat het vervallen, omzetten (pyrietbloei). Het valt dan uiteen in ijzersulfaat en zwavelzuur. Dit is de reden dat je heel goed op moet passen met je pyrietstukjes en vocht. Als het zwavelzuur kan reageren met calciet ontstaat anhydriet (misschien beter bekend onder de handelsnaam angeliet voor de mooie blauwe variant). Als anhydriet dan nog eens met water aanraking komt ontstaat er gips.
Behalve dit natuurlijk gevormde gips is en ook gips dat een afvalproduct is van de fosfaatindustrie en gips dat ontstaat uit een proces waarbij zwavel en rookgas uit steenkool met zuurstof door kalk gevoerd wordt.
Gips is in alle periodes van de aardse geschiedenis gevormd, van het Precambrium af aan. Alleen is het zo gevoelig voor vocht en erosie dat er van de hele oude gips weinig meer over is. Omdat het over tijd oplost in water is in zand ook nagenoeg geen gips te vinden. Een uitzondering zijn de gipsduinen van het White Sands National Monument in New Mexico, die niet voor niets een beschermde status hebben gekregen.

Rode gips met kwarts, Spanje

De hele mooie heldere, doorzichtige vorm van gips noemen we ook wel Mariaglas. Deze naam is ontstaan omdat het vroeger gebruikt werd voor het maken van ruitjes voor Mariabeelden.

Mariaglas, Duitsland

De vorm van gips die lagen vormt in gebergtes heet albast, dit kan wit zijn, maar ook grijs, wat geel of wat roze. Vaak is het ondoorzichtig en zie je geen kristallen.

Gips; albast, Engeland

Gips in de vorm van mooie kristallen noemen we seleniet, deze benaming wordt ook ten onrechte gebruikt voor de groei in vezelige ‘staven’ en zien we veel in spirituele winkels en op beurzen. Deze vezelige vorm wordt officieel satijnspaat genoemd.

Selenietkristal, Australië
Satijnspaat

Dan is er ook nog de gipsroos en de woestijnroos. De roosvorm is een bekende vorm waarin gipskristallen vaak in bloemvorm om elkaar groeien. In de woestijn komen er zandkorrels bij in de gips die daar vormt, vandaar het ‘zandige’ uiterlijk van de woestijnrozen.

Woestijnroos gips

Gips komt in de verschillende vormen op heel veel plekken in de wereld voor. Seleniet kan soms een lichte fluorescentie hebben. Gips heeft doordat er relatief veel water inzit een soort plasticiteit behouden, daarom kan het ook in allerlei mooie gebogen en gekrulde vormen voorkomen (ramshoorngips), dunne stukjes zouden zelfs met de hand heel voorzichtig nog vervormd kunnen worden.

Ramshoorn seleniet, Marokko

Ook is er nog het vissenstaartgips of vissenstaartseleniet, zo genoemd omdat het als platte kristallen achter elkaar op een soort vissenstaartpatroon lijkt.

Vissenstaart seleniet, Engeland

Folklore, mythologie en geschiedenis
Waar de naam gips vandaan komt is niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk komt het van het Griekse woord voor pleister, gypsos. Maar ook het Arabische jips is een mogelijke herkomst.
De piramide van Cheops is ooit helemaal bedekt geweest met een laag helwitte gips-pleister. Dit moet een bijzonder gezicht geweest zijn in die tijd, zo’n spierwit groot gebouw dat van veraf te zien was en in de zon bijna leek te stralen. Ook in Griekenland en Italië was het ‘pleisteren’ van gebouwen erg populair. De Egyptenaren gebruikten seleniet om gravures in te maken, zegelringen.
De Grieken waardeerder de mooie witte gipskristallen en noemden ze naar de maangodin Selene, seleniet. Omdat de kleur en de glas leek op die van de maan. Van heldere gips maakten ze zelf ramen.
Er zijn sieraden gevonden met gipskralen in Anglo-Saksische graven. Het zou beschermen tegen aandoeningen van de huid, je kon het daarvoor ook innemen in gemalen vorm.
Gips in de vorm van albast is door de eeuwen heen bij erg veel culturen populair geweest om sculpturen mee te maken en sieraden van de snijden, juist omdat het zo makkelijk te bewerken is.
In 2000 werd in Naica, Mexico, een grot ontdekt met gigantische gipskristallen, groter dan een mens. Deze grot is helaas niet toegankelijk voor publiek, de temperatuur kan een maximum van 58 graden C. bereiken en de luchtvochtigheid is 90-99%. In 2015 heeft men de grot weer vol laten lopen met water om de kristallen te beschermen en de kans te geven om verder te groeien.
Recentelijk is ontdekt dat er op Mars heuse gipsduinen voorkomen!

Seleniet, Frankrijk

Fakes & frauds
Gips wordt niet vaak nagemaakt. Wel kan het foutief benoemen van een bepaalde variant van gips, satijnspaat, de nodige discussie en verwarring geven. Zoals al gezegd, dat wat veel verkocht wordt als seleniet, staven of geslepen voorwerpen van vezelige, semi-opake gips met een mooie zijdeglans, is dus feitelijk satijnspaat. Gelukkig pakken steeds meer verkopers dit goed op en gebruiken ze de juiste benaming of omschrijven ze het als ‘Satijnspaat, ook wel bekend als seleniet’.

Het is een fabeltje dat satijnspaat oplost als je het met water afspoelt. Van een beetje water gaat het echt niet direct stuk, maar het is wel aan te raden om het niet te veel met water in aanraking te laten komen. Ja, als het heel lang (maar dan echt heel lang) aan water wordt blootgesteld lost het inderdaad op. Maar echt niet van een keertje onder de kraan. Gepolijste satijnspaat kan wel dof worden door water, dus beter niet te veel afspoelen of dragen tijdens het douchen.

Factsheet gips