Darwin glas of Darwiniet is een tektiet uit Tasmanië (Australië). Een tektiet is een natuurlijk gevormd glas dat is ontstaan door de inslag van een meteoriet. Darwin glas is genoemd naar Mount Darwin, vlak bij het gebied waar deze tektiet gevonden wordt. De krater die is ontstaan door de meteoriet die hoogstwaarschijnlijk de bron is van Darwin glas heeft de naam Darwin Crater gekregen. Geschat wordt dat de meteoriet tussen de 30 en de 50 meter groot was.

Darwinglas is niet heel oud. Het is zo’n 800.000 jaar geleden ontstaan. Het strooiveld waarin het gevonden wordt is zo’n 410 km2 groot. Het glas ligt tegenwoordig onder een 20-30 centimeter dikke laag zand en veen. Hieronder is een bodem met kwartsietbrokken en daarop en daarin is het glas te vinden. Alleen op delen die zijn blootgesteld aan meer erosie, zoals berghellingen, is het aan het oppervlak te vinden. In de krater zelf is bijna geen glas te vinden. Erbuiten ligt het glas voornamelijk aan de noord, west- en zuidkant van de krater. Het meeste glas ligt op zo’n 2 kilometer afstand van de kraterrand.
De vorm van Darwinglas is heel typerend die van gesmolten glas. Je ziet duidelijke stroperige en draderige vloeistructuren en luchtbellen. Het kan in iedere vorm voorkomen, maar het mooie smeltglas uiterlijk is op de meeste stukken goed zichtbaar. Het is meestal niet, zoals moldaviet of Libisch glas, door water of wind verweerd.

Het grootste deel van het glas (zo’n 80-90%) bestaat uit SiO2, siliciumdioxide. Andere aanwezige stoffen zijn aluminiumoxide Al2O3 (3-10%) en sporenelementen van titaniumoxide TiO2, ijzeroxide FeO, magnesiumoxide MgO, kaliumoxide K2O, scandium, chroom, cobalt, nikkel, barium, rubidium, zirkonium en strontium. Darwin glas wordt meestal verdeeld in twee types op basis van de verhoudingen van deze aanwezige elementen.
Ten tijde van de impact was dit deel van Tasmanië erg nat, moeras en regenwoud. Gedacht wordt dat de aanwezigheid van dit water mede de reden is van de hoeveelheid glas en de manier waarop het gesmolten en verspreid is.

De meeste stukken zijn donkergrijsbruin, soms bijna zwart, maar er komen ook groenige en wittige stukken voor. In de enkele witte stukken zijn microscopisch kleine organische resten (o.a. cellulose, biopolymeer, lignine en eiwit) gevonden. Dat is bijzonder, gezien de temperatuur waaraan dit materiaal blootgesteld heeft gestaan (+1700 graden). Hoogstwaarschijnlijk zijn dit resten van de moerassige veenbodem waarop de meteoriet is ingeslagen. Sommige mensen zien dit als bewijs dat het mogelijk moet zijn geweest dat het leven op aarde is ontstaan doordat materiaal uit de ruimte met daarop levende resten (eencelligen, geen aliens natuurlijk) is terecht gekomen. Dit wordt de panspermia theorie genoemd.

Meestal is het zo dat in impactglas geen kristallen gevormd kunnen worden door de snelle afkoeling, maar in Darwinglas zijn microscopisch kleine kwarts en rutielkristallen gevonden. Deze zitten voornamelijk bij de organische resten.
Biomass preservation in impact melt ejecta, K.T. Howard et all, 2013
Geochemical systematics in Darwin impact glass, K.T. Howard, 2003