Chemische formule: SiO2
Hardheid 7
Kristalstelsel: Trigonaal
Streepkleur: Wit
Breuk: Schelpvormig
Voorkomen: Wereldwijd

Dit is een hele uitgebreide groep. Er zijn echt talloze namen voor de verschillende soorten agaten. Agaten komen over de hele wereld voor in alle geologische periodes. De oudste agaten komen uit Australië en zijn 3,5 miljard jaar oud. Ook Lake Superior agaten zijn met ruim een miljard jaar erg oud. De jongste agaten komen uit Nevada en zijn 13 miljoen jaar oud. Over de vorming van agaten zijn de meningen verdeeld, de wetenschap weet niet precies hoe agaten vormen, maar er is wel een algemeen aanvaarde theorie. Bijna alle agaten zitten in vulkanisch gesteente, heel af en toe komen agaten voor in metamorf gesteente. In de meeste gevallen zijn agaten opgevulde gasbellen in vulkanisch uitvloeiingsgesteente. Stel je voor, een vulkaan barst uit, de lava stroomt langs de helling omlaag en in de lava zitten gasbellen. Als de lava stolt zijn deze gasbellen holtes in het gesteente. In de gestolde steen zitten ook microscopisch kleine waterdeeltjes met daarin opgelost silica deeltjes. Deze sijpelen door het gesteente heen de gasbel binnen. Heel langzaam begint zich aan de binnenkant van de gasbel, langs de buitenste rand, wat mineralen af te zetten. Deze buitenste laag is meestal wat anders in samenstelling dan de rest van de steen en bevat meestal ook wat grotere kristallen.

Laagje voor laagje groeit de gasbel dicht. Deze silica in water theorie wordt trouwens niet door alle wetenschappers ondersteund. Dit omdat lava meestal vrij silica-arm is. Het zou dan moeten komen uit omgevingsfactoren die wel silica-rijk zijn. Maar wat dat precies is, is nog onduidelijk. Wat er nog meer in het gesteente zit en in het water aan elementen bepaalt verder hoe de agaten er uit komen te zien, net zoals de precieze omstandigheden ter plekke, bijvoorbeeld temperatuur, tempo van afkoeling van de lava en de samenstelling van het moedergesteente. Agaten beginnen pas te vormen als het gesteente nagenoeg helemaal is afgekoeld en er een bepaalde druk ontstaat. Ook groeien ze alleen binnen een bepaalde temperatuurs-range. Men denk nu zelfs dat agaten kunnen stoppen met groeien als de omstandigheden voor groei niet meer optimaal zijn en miljoenen jaren later weer verder kunnen groeien.

In veel gevallen beperkt de agaat zich tot de buitenste rand en vormen zich daar binnenin kristallen van bijvoorbeeld amethist of bergkristal, de zogenaamde geodes. Kenmerkend voor de meeste agaten zijn de typische strepen, de gelaagdheid. Deze lijnen kunnen in dikte variëren van enkele millimeters tot microns, met het blote oog onzichtbaar. In sommige agaten kun je als ze op de goede manier geslepen zijn en je ze heen en weer beweegt een soort ‘beweging’ zien in de lijnen, dit heet het Wegeler effect.

Agaten zijn vrij hard, hardheid 7, en nagenoeg altijd harder dan de matrix, het moedergesteente. Daardoor komen de agaten bij erosie van het gesteente vaak als ‘knollen’ vrij en zijn ze soms los te vinden op akkers en in riviergrind. Ook in Nederland zijn agaten te vinden in het grind van de Rijn en de Maas.


Behalve deze ontstaanswijze kunnen agaten ook ontstaan in matrix van organische oorsprong. Dat noemen we agatiseren. Fossielen waarin agaat zich kan vormen zijn bijvoorbeeld sommige koralen, de bekendste komen uit Florida, schelpen, slakken, versteend geagatiseerd hout en geagatiseerde dinosaurus coprolieten (dino-poep).
Als je agaten heel technisch benadert bevatten de meeste agaten (en sommige chalcedonen) naast kwarts ook moganiet. Dit is ook een vorm van kwarts, maar met een andere kristalstructuur, een polymorf van kwarts. Niet te verwarren met morganiet, dat is een berylvariëteit. Moganiet is als op zich staand mineraal erg zeldzaam, het komt op een paar plekken in kleine hoeveelheden voor. Onder andere op de Canarische Eilanden. Hoe ouder agaten zijn, hoe meer van het moganiet is omgezet in kwarts.
De kleur van een agaat wordt bepaald door de ‘verontreinigingen’ in de kristalstructuur. De sporenelementen die zijn meegegroeid in de steen bepalen mede de kleur. Denk aan ijzer, mangaan en, niet als element, maar als mineraal, calciet, hematiet en goethiet. Sommige agaten bevatten zelfs uranium. Soms is de kleur ongelijk verdeeld, bijvoorbeeld als vlekjes, dit is het gevolg van vaak ijzerrijke substantie die na de vorming van het mineraal nog in de agaat terecht komt. Ook kunnen agaten dendrieten bevatten, dat is een boom of varen achtig patroon van ingegroeide mangaanoxides of hydroxides. Dit is bijvoorbeeld het geval bij boomagaat en mosagaat. Maar het kan ook bij andere agaatsoorten voorkomen.
Folklore, mythologie en geschiedenis
De naam agaat is afkomstig uit het Grieks. Theophrastus, een Griekse filosoof en naturalist vond gebande stenen langs de rivier de Achates op Sicilië, deze rivier heet tegenwoordig de Dirillo. Hij gaf de stenen de naam achates. Deze naam is niet altijd in gebruik geweest, agaten hebben door de geschiedenis heen talloze namen gehad.
In de geschiedenis is agaat een heel populair gesteente. Omdat het zo hard en veelvoorkomend is werd het veel gebruikt om objecten van te maken. Vazen, juwelen, zegelringen, etc, alles is van agaten gemaakt in het verleden. De banden in agaat maakten deze objecten erg mooi voor het oog. Zelfs de steentijd mens werkte al met agaat. In Schotland zijn werktuigen gevonden die gemaakt waren van agaat in steentijd nederzettingen. Ook in Griekenland zijn in bronstijd opgravingen agaten gevonden. De Soemeriërs droegen agaten kralen aan kettingen. Ook gebruikten ze het voor ceremoniële bijltjes. Er zijn zelfs bijltjes van agaat gevonden die een soort inscripties bevatten. De Magi uit het oude Perzië droegen agaten in hun ring vanwege de werking. Het zou volgens de Perzen ook onweer en bliksem tot bedaren brengen en rivieren kalmer laten stromen. En het zou atleten onoverwinnelijk maken. Grieken en Romeinen droegen soms agaat op hun borstschild omdat het hun kracht zou versterken en zou helpen de strijd te winnen. Bij de Grieken werden agaten ook gebruikt om parels te vinden in de zee. Als een duiker een agaat aan een koord bij zich had zou die agaat altijd in de richting van een parel wijzen en blijven wijzen tot de duiker bij de parel in de oester aangekomen was. Volgens Plinius de Oudere zou het dragen van agaat er voor zorgen dat je een streepje voor had bij de goden. De agaat zou dan wel het beste bevestigd worden met de manen van een leeuw. Volgens de Egyptische genezers zouden agaten ook werken tegen slangengif en schorpioengif. Een geloof dat tot in de middeleeuwen stand heeft gehouden. Als men de waarheid moest spreken werd een agaat op de tong gelegd, het wordt ook wel de waarheid-steen genoemd. Bruine agaten met een ‘oog’ in het midden, gevormd door de ringen, werd in de 19e eeuw gedragen ter bescherming, om het boze oog af te weren. Na de Middeleeuwen werd agaat erg populair voor het maken van cameeën, mooie ingegraveerde en ingelegde stukken agaat die gebruikt werden als juweel en op vazen en flesjes. Vooral in Victoriaans Engeland was dit erg gewild.

Types agaten
Er zijn veel verschillende agaten.
– Mosagaat en boomagaat is een agaat zonder concentrische lijnen, maar met dendritische insluitsels. Meestal groen, maar ook soms rood en zwart. Mosagaat is doorzichtig, boomagaat is wit en niet doorzichtig. Deze agaten worden wel agaat genoemd, maar hebben niet de typische lijnen die de meeste agaten hebben en boomagaat is niet doorzichtig, in tegenstelling tot de meeste agaten.


– Polyhedroid/polyhedral agaat is een bijzondere groei van agaat. Het zijn driehoekige agaten met rechte lijnen en scherpe hoeken. Ze ontstaan, naar men vermoed, doordat agaat groeit in holtes tuissen calciet of gips bladen. Deze calciet of gips is inmiddels opgelost en de driehoekige agaten blijven over.

– Blue lace agaat wordt vaak blauwe chalcedoon genoemd, maar is wel degelijk agaat. Het wordt ook wel Avaloniet genoemd. In het Nederlands wordt dit soms kant-agaat of veter-agaat genoemd

– Botswana agaat is een erg mooi gekleurde en gebande soort agaat uit…. ja Botswana. Vaak met grijs en roze tinten. Veel agaten worden net als Botswana agaat naar hun vindplaats genoemd, zoals bijvoorbeeld Fairburn agaat, Lake Superior agaat en Lagune agaat.

– Pseudomorfe agaat is agaat met in de kwarts een pseudomorf van een ander mineraal, vaak aragoniet of bariet. Dit oorspronkelijke mineraal bestaat niet meer, is omgezet naar agaat, maar de oorspronkelijke kristalvorm is nog wel zichtbaar in de agaat, vaak als strepen. Andere namen die voor dit type agaten gebruikt worden zijn sagenite agaat of stick agaat. De naam sagenite komt van de naam voor de tweelingvorm van rutiel.

– Vuuragaat is meer chalcedoon dan agaat. Het groeit botryoidaal in vulkanisch gesteente in Mexico en Amerika. Het zijn relatief jonge agaten. Ze zijn wat zachter dan de meeste agaten, opgebouwd uit afwisselend ijzeroxide en silica laagjes die een mooi opaal/regenboog-achtig vuureffect geven als de steen goed geslepen is.

– Turritella agaat is chalcedoon met fossiele slakjes. De meeste turritella agaat bevat trouwens geen Turritella’s, maar hele andere zoetwaterslakjes, namelijk Elimia’s.
– Snakeskin agate, dit is chalcedoon met een gebarsten korst die doet denken aan een slangenhuid. Wordt nagemaakt door agaat snel te verhitten en af te koelen en verf in de barstjes te laten trekken.

– Enhydro agaat of water agaat komt meestal uit Brazilië bevat water ingesloten in de agaat, erg oud water dus. Wanneer goed gezaagd en geslepen is dit water te zien. Let op, dit kan ook vervalst worden door een holle agaat lange tijd in water te leggen.
– Onyx is technisch gezien ook agaat, zwart met witte lijnen. De witte lijnen zijn niet altijd zichtbaar.
– Crazy lace agaat is een naam voor agaat met een druk en ingewikkeld lijnenpatroon. Wanneer een agaat crazy genoeg is om crazy lace te heten is niet echt altijd duidelijk.

– Jaspis agaat of agaat jaspis is een tussenvorm, jaspis met agaat of andersom. Waar de grens tussen jaspis en agaat ligt is niet altijd even duidelijk.
– Thunderegg agaten zien er vaak anders uit dan andere agaten. Ze zijn vaak gevormd in rhyoliet en hebben vaak een stervorm. Deze vorm is ontstaan doordat het rhyoliet is gebarsten bij het afkoelen en is opgevuld met agaat. Thunderegg is de naam van de vorm, een geologisch verschijnsel. Er zijn ook thundereggs gevuld met andere mineralen dan agaat. Bij de native Americans speelden thundereggs een belangrijke rol in de folklore, het zouden de eieren, eggs, van de thunderbird zijn. Een mythologisch wezen dat op Mount Hood woont.

– Luipaardagaat. Dit is bruin-gele ryoliet met cirkels, eigenlijk bollen, gevormd om een kern. Orbiculaire chalcedoon bollen. Net als bij oceaanjaspis. Ook dit is geen echte agaat of jaspis, maar rhyoliet. Ook wel bekend als leopard skin agate.

– Carneool (kornalijn) wordt vaak ook tot de agaten gerekend. Officieel noemt Mindat het een aparte soort onder de chalcedonen. De naam carneool gebruiken we (strikt genomen onterecht) voor de rode variant van agaat. Het is soms erg lastig om te zeggen wanneer iets carneool is en wanneer agaat. Is het meer rood-bruin tot bruin wordt het sarder genoemd. In beide gevallen word de rode en bruine kleur veroorzaakt door ijzer-oxide verontreinigingen in de SiO2.
Over de naam carneool bestaat enige onduidelijkheid. Volgens Plinius de Oudere komt het van het Latijnse carnis, vlees, vanwege de rode kleur en witte lijnen, dat leek op vlees. Maar het kan ook komen van het Latijnse cornum, een naam voor een rode kers, overgegaan in het middeleeuwse corneolus.

Carneool was erg populair in het oude Griekenland, in de Minoïsche beschaving. Bij opgravingen bij de Knossos zijn veel sieraden gevonden waarin carneool is verwerkt. Het was populair onder krijgers om extra moed te verkrijgen. De Romeinen gebruikten het voor zegelringen en de Egyptenaren voor scarabeeën. Egyptische architecten droegen carneool om hun meesterschap aan te geven. Egyptenaren geloofden ook dat carneool de reis van de doden naar het hiernamaals makkelijker zouden maken. In de borstplaat van de Hogepriester van Israel zit volgens de Bijbel een rode steen die odem genoemd wordt. Dit zou sarder of carneool zijn, maar ook denken sommigen dat het hier om jaspis zou gaan.
Het zou de steen zijn die het bloed van de martelaren vertegenwoordigde en in de middeleeuwen werd het gezien als een goede bescherming tegen de pest.
Fakes & frauds
Agaten kunnen niet kunstmatig gemaakt worden. Ze kunnen wel kunstmatig gekleurd worden. In antieke literatuur werd hier al over geschreven. Maar pas na de middeleeuwen is men hier echt mee gaan experimenteren. Door de agaat te zuiveren van onzuiverheden en daarna in een chemische oplossing te laten trekken kunnen de stenen gekleurd worden. Fel gekleurde agaten zijn erg vaak kunstmatig gekleurd. Denk aan felblauw, fuchsia, paars, etc. Ook zwart is een kleur die vaak kunstmatig verkregen is, anders dan natuurlijke onyx.
Lees hier meer over het proces van agaten kleuren.

Een bekende bewerking is ook de rood-bruine agaat of sardonyx uit Madagascar. Deze wordt door zuur en warmte feller van kleur gemaakt.
Er is wel fake agaat in de handel, maar dit is geen nagemaakt mineraal, maar gewoon klei, gekleurde hars of zogenaamde ‘calsilica’, een silicaat mengsel dat fabrieksmatig geproduceerd wordt.
Ook met de zogenaamde water of enhydro agaten moet je oppassen. Agaat is enigszins poreus, dus als een holle geode in water gelegd wordt zal deze na aan tijdje water bevatten. Het gebeurt ok dat men een miniscuul gaatje boort in een geode, er water in laat lopen en de geode weer afsluit.