De herkomst van Halloween
De naam Samhain komt uit het Keltisch en was voor de Kelten het feest dat zowel het einde van de zomer als het begin van de winter markeerde. De periode precies tussen de lichte en de donkere tijd van het jaar. Het was de periode waarin dieren die zwak of oud waren geslacht werden en het vlees bewerkt werd om de winter mee te gaan. Het was de tijd waarin ze ook hun doden eerden. Tijdens Samhain geloofde men dat de sluiers tussen de wereld van de levenden en de geestenwereld het dunst waren. Daarom zou het in deze periode gemakkelijker zijn voor overledenen om contact met ons te maken en voor ons makkelijker om contact te leggen met de geestenwereld. Vandaar dat het ook een tijd voor divinatie (toekomst lezen) was. Men probeerde inzicht te krijgen in het komende jaar, in de oogst, de oorlogen, etc.
in Ierland vierde men rond Samhain een groot feest waarbij iedereen uit de wijde omtrek bij elkaar kwam om te danken voor het afgelopen jaar en vooruit te kijken en te plannen voor het komende jaar.
Toen Europa gekerstend werd verdwenen steeds meer Samhain feesten en gebruiken. De Christenen vieren Allerheiligen op de dag die vroeger Samhain was en later kwam daar Allerzielen bij. Omdat men vroeger de dag liet beginnen bij het vallen van het duister begon Samhain de avond voor 1 november, op 31 oktober dus. Vandaar dat deze avond later de naam All Hallow’s Eve kreeg, de avond van Allerheiligen. Dit werd verbasterd naar Halloween. In Gaelic heet november nog steeds Samhain of Samhainn.
Historische bronnen
Dit is het verhaal zoals je dat in de meeste paganistische of hekserij gerelaterde literatuur vindt. Maar als we kijken naar het historisch bewijs voor dit alles moeten we diep en goed graven. In oude geschriften is weinig concreets terug te vinden over Samhain rites. Wel wordt het feest genoemd in manuscripten, maar zonder vermelding van wat het inhield. Pas in de 17e eeuw worden gebruiken beschreven, waaronder het Samhain feest dat de High King van Ierland gaf bij de grafheuvel van Bru na Boinne (Newgrange). Maar dit is in een geschrift van een romantisch schrijver en de betrouwbaarheid van deze bron is discutabel.
In de Britse gebieden waar de Kelten woonden, laten we ze voor het gemak even gegeneraliseerd zo noemen, zijn nog steeds een boel gebruiken te vinden die uitgevoerd worden rond 31 oktober en kunnen duiden op een heidense oorsprong. Maar er zijn ook dingen die misschien te makkelijk aangenomen werden. Het verhaal is tegenwoordig dat enge kostuums bij Halloween horen omdat we boze geesten moeten verjagen. Deze boze geesten zouden dan voor de Kelten de geesten van hun voorouders geweest zijn die ze niet weg wilden jagen maar eren. Door de kerk zou dit als slecht bestempeld zijn en in de gekerstende versie van Samhain werden geesten verjaagd in plaats van vereerd. Hier komen we echter een onvolkomenheid tegen omdat pas sinds de 9e eeuw na Christus Allerheiligen gevierd werd op 1 november. Eerder was dit niet op 1 november, maar op 20 april of 13 mei. Dit laatste was de dag waarop alle martelaren vereerd werden. De Ierse kerk kende wel een dodendag op 1 november. De Keltisch Christelijke kerk had veel raakvlakken met het heidense Keltische geloof, maar deze kerk is langzaam uit beeld verdwenen na diverse concilies die stelden dat de kerk van Rome de enige juiste was. Samhain is in Ierland nog steeds een ‘quarter day’, in Schotland is Samhain als quarter day vervangen door St Maarten op 11 november.
Vlak voor Samhain valt de dag van de Iers/Schotse heilige Saint Oran (Odran/Odhran) of Iona, een heilige die samen met Columba de kerk op het Schotse eiland Iona heeft gesticht. Er bestaan verschillende verhalen over hem en eentje ervan is dat hij zich levend heeft laten begraven onder de fundamenten van de eerste kerk die Columba daar heeft gebouwd als offer omdat het gebouw anders niet kon blijven staan. Toen Columba later Oran nog een keer wilde zien en zijn graf opende wilde Oran er uit klimmen om de wereld weer te kunnen zien want er bestond geen hemel en geen hel vertelde hij aan Columba. Columba gooide het graf snel weer dicht met zand en sprak de woorden ‘Uir, Uir, air suil Odhrain! mun labhair e tuille comhraidh’ (vrij vertaald: aarde, aarde op Odran’s ogen, zodat hij niet meer onzin spreekt) want alleen in de hemel zou Oran’s ziel veilig zijn voor de zonden van de wereld, dat was hem in een visioen beloofd (Maclagan, 1894). Zijn feestdag is op 27 oktober en er is her en der een verwijzing te vinden dat zijn feestdag samen hing met gebruiken rondom bescherming tegen geesten en onheil. In Ierland en sommige Schotse gebieden smeerde men kippenbloed aan het huis als referentie naar Oran’s bloedoffer en ter bescherming van het huis. Dit gebruik verplaatste later naar 11 november, Sint Maarten.
Ook het idee dat Samhain een soort ‘nieuwjaar’ was voor de Kelten is pas in de 18e eeuw bedacht door een schrijver die van mening was dat de gebruiken die bekend waren door overlevering over de hele Britse eilanden wel veel weg hadden van gebruiken die men ook op 31 december of 1 januari deed. Daaruit trok hij de conclusie dat Samhain dus een soort oud en nieuw zou zijn geweest. Hiervoor is echter geen enkel bewijs. Het is niet eens gezegd of de Kelten wel dachten in jaren of dat alles gewoon cyclisch was en doorliep. Het is wel waarschijnlijk dat de periode van Samhain werd gezien als eind van de oogsttijd, eind van de herfst en begin van de winter. Dit was niet alleen bij de Kelten zo, maar ook bij bijvoorbeeld de Germanen en Noordse volken.
Wat wel vast staat is dat veel pre Christelijke volken feesten hadden voor de doden. De Romeinen vierden in februari de Parentalia, een feest om de voorouders te eren. Daarnaast hadden de Romeinen in mei de Lemuria, een feest waarbij alle ‘Lemures’, een soort geesten, uit huizen verjaagd werden. Sommige historici denken dat een deel van de Samhain gebruiken ook daar vandaan komen. Wat we weten is overgeleverd middels feesten en gebruiken die nu nog bestaan of die bestaan in overgeleverde verhalen. Vooral in Noord Engeland, Wales, Schotland en Ierland vieren mensen tot op de dag van vandaag feesten en hebben ze riten rondom 1 november. Vaak met vuren, verkleden, eten en herdenken. In Wales viert men Nos Galan Gaeaf, de avond voor Galan Gaeaf op 31 oktober en 1 november. Dit is ook een dag waarop men gelooft dat de doden de levenden kunnen bezoeken.
Kortom, er zijn weinig ‘echte’ bewijzen over de betekenis van Samhain en mogelijke gebruiken in de vorm van geschriften, maar alle overleveringen en nu nog bestaande gebruiken duiden wel degelijk op een mogelijk winterfeest, oogstfeest, dodenfeest en het herdenken en eren van de overledenen.
Buiten de Britse eilanden
Een ander feest wat waarschijnlijk rond eind oktober plaats heeft gevonden is het feest ter ere van de godin Tanfana (Tamfana). Tacitus beschrijft in zijn ‘Germania’ hoe de Romeinse troepen door duistere bossen moesten marcheren en gewaarschuwd waren dat de Germanen die nacht het feest van de godin Tanfana vierden met een overvloed aan eten. Hij beschrijft hoe de Germanen, dronken van het vele eten en drinken en niet in staat om te vechten, door de Romeinse soldaten vermoord worden en hoe hun heiligdom, geweid aan Tanfana, vernield werd door de soldaten. In zijn schrijven geeft Tacitus twee aanwijzingen voor het tijdstip waarop deze slachting plaatsvond. Hij beschrijft hoe de Romeinen bezig waren met rouwplechtigheden rondom de dood van keizer Augustus. Deze overleed op 19 augustus in het jaar 14. Een boodschap vanuit Italië (de keizer stierf in Nola, bij Napels) overbrengen naar troepen in de Germaanse bossen zou een behoorlijke tijd in beslag nemen. Daarnaast schrijft Tacitus dat ze zo veel geluk hadden die nacht, omdat de nacht verlicht werd door een helder hemellichaam. Dat moet volgens sommige historici de volle maan zijn. Beredeneerd wordt dat er twee volle manen kandidaat zijn voor de nacht van deze slachting, die van eind september en die van eind oktober. Waarbij die van oktober als het meest waarschijnlijke wordt gezien gekeken naar de tijd die nodig was om boodschappen over te brengen door het immens grote Romeinse Rijk en vanwege het feit dat Tacitus niet alleen de dood van de keizer vermeld, maar ook informatie geeft over rouwplechtigheden en reeds ontstane twisten na zijn dood. Dit zou inhouden dat de Germanen (breed begrip, in de tekst spreekt Tacitus over het gebied van de Marsen of Marsi, zij leefden ruwweg tussen Rijn, Ruhr en Lippe), rond eind oktober de godin Tanfana vereerden en ter ere van haar een (offer)feest hielden (De Vries, 1957 , 1970).
De Scandinavische volken hadden ook dankfeesten waarin de goden gedankt werden voor de oogst van het afgelopen seizoen. De Haustblót zou in het teken hebben gestaan van de god Freyr. Dit wordt beschreven in de Koningssagen. Er is discussie over of deze Haustblót nu bij de herfstequinox gevierd werd of aan het eind van de herfst, in oktober. De eerstgenoemde, dat de Haustblót hoort in september, is nu steeds meer de gekozen uitleg.
Ook zijn er een heel aantal geschriften die melding maken van een Dísablót, waarschijnlijk in eind oktober om het eind van de herfst en de oogst te vieren en stil te staan bij het vallen van de winter (en waren vermoedelijk meer data waarop in gebieden een Dísablót werd gehouden, een andere was in Zweden in februari en er zijn ook bronnen die een Saksische afgeleide van de Dísablót rond Midwinter plaatsen). Het was een offerfeest voor de dísir, vrouwelijke beschermende wezens. Dit feest werd in een deel van Scandinavië gevierd aan het begin van de winter, de vetrnætr of Winternachten, hoogstwaarschijnlijk ergens tussen mid en eind oktober. Waar de Dísablót vooral later een groot en openbaar gebeuren was, had ook ieder huis het gebruik om aan het eind van de herfst een offer te brengen aan de elven, de álfablót. Veel hierover is niet bekend, maar men vermoed dat dit gepaard ging met een stuk voorouderverering. (Simek, 1993)
Waarom hollen we pompoenen uit met Halloween?
Sinds de 19e eeuw was het in Ierland, Engeland en Schotland gebruik om op 31 oktober een koolraap of biet uit te hollen, er een gezicht uit te snijden en hier een lichtje in te plaatsen. De naam Jack-o-Lantern kwam van de naam die men in Engeland gaf aan dwaallichtjes die mensen boven moerassen en veengebieden zagen. Deze lichtjes werden ook wel foolish fire of will-o-the-whisp genoemd. Deze uitgeholde bieten werden later, vooral in Amerika, vervangen door pompoenen. Soms werden ze bij ramen en deuren gezet om geesten buiten te houden.
Uitgeholde pompoenen heten dus ook wel Jack-o-Lanterns in Amerika en op de Britse Eilanden. Dit heeft naast de dwaallichtjes ook te maken met de legende van Jack, een arme sloeber en dief die de duivel te slim af was. In verschillende verhalen lukt het hem om de duivel te vangen en vast te zetten, of in een appelboom, of in een munt. Als de duivel omgeven is door kruizen kan hij niet ontsnappen. Jack laat de duivel weer gaan als hij belooft nooit zijn ziel te komen halen. Maar goed, iedereen gaat dood en dus ook Jack. Zijn inktzwarte ziel, donker geworden door verschillende misdrijven die hij heeft begaan, kon niet naar de hemel en de duivel had beloofd hem niet te komen halen voor de hel. Dus dwaalde Jack rond zonder lichaam. De duivel gaf hem een paar gloeiende kooltjes uit het helvuur, Jack holde een pompoen uit en stopte de kooltjes daarin. Nu had hij een lichtje bij zich en doolt rond tot op de dag van vandaag. Dat waren de dwaallichtjes die men vroeger zag en niet kon verklaren, de dolende ziel van Jack en zijn gloeiende kooltjes.
Merry Shamhain! 🙂
Prachtig stuk weer! 🙂
LikeGeliked door 1 persoon